Welke lokale afwijkingen gelden er in de gemeente Aalten
Onder de wet Kwaliteitsborging (Wkb) kan de gemeente lokale afwijkingen vaststellen voor specifieke situaties. Dit zijn lokale situaties waardoor het eindresultaat van een bouwactiviteit mogelijk niet aan de bouwtechnische regels kan voldoen. De kwaliteitsborger moet van deze bijzondere lokale omstandigheden op de hoogte zijn. De kwaliteitsborger moet ze verwerken in het borgingsplan en de risicobeoordeling.
1. Grondwater beschermingsgebieden ('t Loohuis, Corle en Dinxperlo
Binnen de gemeente Aalten liggen de grondwaterbeschermingsgebieden ’t Loohuis, Corle en Dinxperlo.
In de Omgevingsverordening Gelderland (in werking vanaf 01-05-2024) zijn regels opgenomen ten aanzien van Grondwaterbeschermingsgebieden. Denk bijvoorbeeld aan grondwateronttrekkingen, bodemenergiesystemen, aardwarmte, boorputten, grondroeringen en bouwwerken. Er kunnen hierdoor specifieke omstandigheden zijn die het bouwplan raken, in de bouwtechnische uitvoerbaarheid. Neem dit mee in de risicobeoordeling.
In het Omgevingsplan zijn voor deze gebieden beperkende regels opgenomen (artikel 40.3 milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied). Deze zijn raadpleegbaar via www.omgevingswet.overheid.nl.
2. Bodemwarmte interferentie zone
Bodemenergiesystemen die op korte afstand van elkaar worden geplaatst kunnen invloed hebben op de temperatuur van de ondergrond bij de 'buur-systemen'. Hierdoor kunnen bodemenergiesystemen die op korte afstand van elkaar (+/-150 m) worden geplaatst, elkaar positief of negatief beïnvloeden Via www.wkotool.nl kunt u de locaties vinden van gesloten bodemenergiesystemen in Aalten. In deze tool hebben we de bij ons bekende bodemenergiesystemen ingevoerd. Er wordt via deze tool soms doorverwezen naar de gemeente of provincie.
Bodem energiesystemen zijn niet toegestaan in grondwaterbeschermingsgebieden (’t Loohuis, Corle en Dinxperlo).
3. Draagkracht bodem
Via sonderingsonderzoek doet u zelf onderzoek naar de draagkracht van de bodem. Uit dit onderzoek kan blijken dat:
- Er dieper gegraven moet worden. Houdt dan in de grondwaterbeschermingsgebieden ’t Loohuis, Corle en Dinxperlo rekening met de regels die daarvoor gelden (zie hiervoor de Omgevingsverordening Gelderland van de provincie en artikel 40.3 milieuzone – grondwaterbeschermingsgebied in het Omgevingsplan).
- U graafwerkzaamheden moet uitvoeren in een archeologisch waardevol gebied. In het omgevingsplan zijn daar regels voor opgenomen. Als er archeologische waarden worden aangetroffen, kan het zijn dat het bouwwerk op een andere manier moet worden gefundeerd. Neem dit mee in de lokale risico afweging.
4. Bouwen nabij monument of een bouwvallig gebouw
Bij bouwwerkzaamheden nabij een monument, een bouwvallig gebouw, of een gebouw dat slecht gefundeerd is, moeten vooraf extra maatregelen worden genomen die het risico op het ontstaan van schade door trillingen verkleinen.
5. Hoogspanningsmasten
Wilt u bouwen in de nabijheid van een hoogspanningsmast?
In het Omgevingsplan zijn regels daarover opgenomen. Dit is genoemd als: “Leiding - Hoogspanningsverbinding”. In beginsel mogen daar geen gevoelige objecten worden gerealiseerd. Er kan onder voorwaarden worden afgeweken met een omgevingsvergunning, daarvoor moet advies worden ingewonnen bij de leidingbeheerder. Dit kan verder betekenen dat er extra bouwkundige maatregelen getroffen moeten worden.
6. Geluid, gevel geluidwerendheid
Het gecumuleerde geluid (geluid van verschillende geluidsbronnen samen) op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen mag bij (vervangende) nieuwbouw niet hoger zijn dan de standaardwaarde of een vastgestelde hogere (grens)waarde.
7. Bouwen in de buurt van oppervlaktewater
Als er wordt gebouwd in de buurt van oppervlaktewater dat in het beheer is van het waterschap, moet ook een melding gedaan worden bij het waterschap. Informatie over het doen van een melding of aanvragen van een vergunning kunt u vinden op de website van het Waterschap Rijn en IJssel.
8. Bronbemaling
Als het nodig is om bronnering toe te passen voor het bouwen, moet dit gemeld worden bij het waterschap. In sommige gevallen moet hier ook een vergunning voor worden aangevraagd. Informatie over het doen van een melding of aanvragen van een vergunning kunt u vinden op de website van het Waterschap Rijn en IJssel. Het lozen van bronneringswater mag alleen op oppervlaktewater en niet op de riolering. Als lozen op de riolering ter plaatse de enige optie is, dan moet daarvoor melding worden gedaan bij de gemeente.
9. Fundering belendingen
Er moet rekening worden gehouden met specifieke funderingsconstructies van belendingen die van invloed kunnen zijn op de fundering van een te bouwen bouwwerk.
10. Bouwen nabij milieubelastende gebouwen/objecten
Als er gebouwd wordt nabij milieubelastende gebouwen/objecten kan dit gevolgen hebben voor de bouwtechnische en/of installatietechnische voorzieningen.
11. Bouwen in de buurt van gasleidingen
Bij bouwwerkzaamheden in de buurt van een gasleiding moeten mogelijk extra (bouwkundige) maatregelen worden getroffen. In het omgevingsplan zijn daarvoor regels opgenomen, zie aanduiding: “Leiding – Gas”. In beginsel mogen daar geen gevoelige objecten worden gerealiseerd. Er kan onder voorwaarden worden afgeweken met een omgevingsvergunning, daarvoor moet advies worden ingewonnen bij de leidingbeheerder (Gasunie).
12. Bouwen in de buurt van molens
Bij bouwwerkzaamheden in de buurt van molens moeten mogelijk extra bouwkundige maatregelen worden getroffen. In het omgevingsplan zijn daarover regels opgenomen, zie aanduidingen: “vrijwaringszone - molenbiotoop 1” en “vrijwaringszone - molenbiotoop 2”. In beginsel moet openheid met het oog op een vrije windvang van de molen worden gehandhaafd. Er kan onder voorwaarden worden afgeweken met een omgevingsvergunning. In sommige gevallen moet hiervoor advies worden gevraagd bij de beheerder van de molen.
13. Nieuwbouw in de buurt van spoorzone's
Bij bouwen in de buurt van spoorzone’s moet rekeningen worden gehouden met trillingen van het spoor als gevolg van treinverkeer. Lees hiervoor de informatie op de website van het iplo.
14. Verplicht infiltreren van regenwater
Gelet op de doelmatigheid en wat de gemeente van particulieren en bedrijven mag verwachten gaat de gemeente ervan uit dat bij nieuwbouw en bij sloop- en herbouw zelf regenwater wordt opgevangen en wordt geïnfiltreerd in de bodem. Dit is een verplichting.
Er dient op eigen terrein een infiltratievoorziening te worden aangelegd met een statische capaciteit van minimaal 80 mm regenwater per m2 verhard oppervlak (daken en bestrating, mits de bestrating al afwatert op uw perceel). U moet er rekening mee houden dat regenwater afkomstig van opritten niet mag worden afgevoerd richting openbaar terrein maar deze dient aangesloten te worden op uw eigen infiltratievoorziening.
Het kan voorkomen dat bij hevige regenval het regenwater niet geborgen kan worden door de infiltratievoorziening binnen de eigen perceelsgrenzen. In dat geval mag overtollig water met behulp van een overstortvoorziening (voorzien van een bladvang of ontlastput) bovengronds worden afgevoerd naar het openbare gebied.
15. Slopen, asbest verwijderen, of puin breken op locatie
Als er naast bouwwerkzaamheden ook sloopwerkzaamheden, asbestverwijdering op puin breken plaatsvindt, moet vooraf contact worden opgenomen met de Omgevingsdienst regio Achterhoek (ODA).
16. Bouw- en sloopveiligheid
Er moet rekening gehouden worden met de Landelijke Richtlijn Bouw- en sloopveiligheid. Deze richtlijn ziet op de bouw- en sloopveiligheid in relatie tot de omgeving van het project. Dit betreft dus de veiligheid buiten het bouwhek voor personen en belendingen. Veiligheid tijdens het bouwen gericht op de bouwvakkers en andere zich binnen het bouwterrein begevende personen, is geregeld in de Arbowet. Alle informatie vanuit de Rijksoverheid over Bouw- en Sloopveiligheid vindt u op de website van het iplo.