Wat is het?

Als uit de digitale kaart blijkt dat een locatie waar u wilt gaan graven verdacht is op de aanwezigheid van onontplofte oorlogsresten bent u als opdrachtgever in het kader van de Arbowet verplicht om nader onderzoek uit te voeren voordat u in de bodem gaat/laat graven.

Het onderzoek dat hiervoor moet worden uitgevoerd heet een ‘Projectgebonden Risico Analyse (PRA)’. Dit is verplicht. Tijdens het onderzoek worden de risico’s van te verwachten ontplofbare oorlogsresten beoordeeld in relatie tot de uit te voeren (civieltechnische) werkzaamheden. Indien er ontoelaatbare risico’s optreden volgt hieruit een advies over de benodigde maatregelen.

De wet stelt geen eisen aan de kwaliteit van een PRA. Het opstellen van een PRA kunt u zelf uitvoeren of door een gecertificeerd bureau laten doen. Echter, voor het benaderen en ruimen van explosieven is het altijd verplicht om een gecertificeerd bureau in te schakelen en de gemeente hierover te informeren.

U kunt als opdrachtgever ook besluiten om geen PRA op te stellen. In dat geval moet u een adviesbureau inschakelen die de werkzaamheden ter plaatse met detectie-apparatuur begeleiden. Dit is vaak een duurdere werkwijze.

Hoe werkt het?

Bij het opstellen van een Project gebonden Risico analyse (PRA) wordt er onderzocht of de bodem waarin u van plan bent te gaan graven na WO ll al een keer geroerd is. U heeft daarvoor in ieder geval nodig:

  • Overzicht van de geplande graafwerkzaamheden (horizontaal en verticaal|);
  • Historisch onderzoek: hoe was de situatie in 1945 en wat is er tegenwoordig (wat is er veranderd);
  • Inzicht in de effecten en gevoeligheden van de mogelijk aanwezige ontplofbare oorlogsresten;

Onder extra informatie leest u de volledige opbouw van een PRA.

U kunt bij de gemeente ten behoeve van het historisch onderzoek een kopie van de luchtfoto uit 1945 en gegevens van uit de Basisadministratie opvragen. Hieraan zijn kosten verbonden.

Wat kost het?

De kosten voor onderzoek zijn voor uw eigen rekening. Als u bij het opstellen van een PRA gebruik maakt van een erkend adviesbureau, kunt u ‘meeliften’ op de vergoedingsaanvraag van de gemeente bij de rijksoverheid. Meer hier leest u bij Ontplofbare oorlogsresten, tegemoetkoming kosten onderzoek en ruiming.

U kunt bij de gemeente ten behoeve van het historisch onderzoek een kopie van de luchtfoto uit 1945 en gegevens van uit de Basisadministratie opvragen. Voor de kosten verwijzen wij u naar de tarieventabel in de legesverordening. Zie lokale regelgeving.

Extra informatie

Toelichting: Projectgebonden risicoanalyse (PRA)

De PRA bestaat standaard uit de volgende onderdelen:

  1. Vaststellen van het werkgebied;
  2. Analyse van het uitgevoerde historisch vooronderzoek;
  3. Vaststellen van de locatie specifieke omstandigheden en verticale afbakening;
  4. Identificatie van de civieltechnische werkzaamheden en de factoren van invloed op ontplofbare oorlogsresten;
  5. Analyse van de gevaar- en identificatie van uitwerkingsfactoren;
  6. Beoordeling van de risico’s en aanbevelingen ter mitigatie van ontoelaatbare risico’s.

Omdat al een gebiedsdekkend historisch vooronderzoek in opdracht van de gemeente is uitgevoerd, is bekend welke typen ontplofbare oorlogsresten mogelijk aanwezig zijn en in welke bodemlaag deze worden verwacht.

Dit geeft invulling aan de werkstappen 1 t/m 3.

Vervolgens dient te worden beoordeeld welke risico’s zijn verbonden aan de uitvoering van de voorgenomen werkzaamheden. Hiertoe wordt geïnventariseerd welke (civiel technische) werkzaamheden binnen het verdachte gebied worden uitgevoerd (stap 4).

De geïnventariseerde handelingen en het effect dat deze op achtergebleven ontplofbare oorlogsresten kunnen hebben worden beschreven.

Revelante handelingen zijn (niet uitputtend):

  • Aanbrengen van heipalen / damwanden;
  • Ontgraven van (water-)bodem;
  • Ophogen;
  • Monstername in het kader van milieuhygiënisch, grondmechanisch of archeologisch bodemonderzoek;
  • Grondwateronttrekking;
  • Sloopwerkzaamheden inclusief het verwijderen van heipalen / damwanden. De invloedsfactoren worden per handeling geïnventariseerd en geëvalueerd. Onder andere de volgende invloedsfactoren worden onderscheiden:
  • Beweging;
  • Trillingen/versnellingen in de (water-)bodem;
  • Toucheren van een ontplofbare oorlogsresten;
  • Blootstellen aan de buitenlucht.

Voor stap 5 worden de gevaarfactoren van de verwachte ontplofbare oorlogsresten (en gebruikte ontstekingsmiddelen) geïnventariseerd en beschreven. Denk aan: voorgespannen slagpinveer, gevoeligheid van explosieve stoffen of pyrotechnische of brandladingen. Tevens worden de eventuele bijzondere risico’s van ontplofbare oorlogsresten beschouwd, zoals bijvoorbeeld gevormde lading, witte fosfor en toxiciteit.

Deze beoordeling kan in stap 6 leiden tot de volgende conclusies:

  • Er is geen sprake van een verhoogd risico in relatie tot de uit te voeren werkzaamheden. Deze conclusie kan worden getrokken indien de werkzaamheden buiten de verdachte bodemlagen plaatsvinden of de werkzaamheden geen effect hebben op de mogelijk aanwezige ontplofbare oorlogsresten. In dat geval hoeft er geen projectplan te worden opgesteld en geen detectieonderzoek te worden uitgevoerd.
  • Er is sprake van een verhoogd risico. In dit geval moeten extra maatregelen worden getroffen om de veiligheid te waarborgen. Bij extra maatregelen gaat het erom dat eventueel aanwezige ontplofbare oorlogsresten voor de start van de uitvoering van de werkzaamheden worden opgespoord en verwijderd of de grondroerende werkzaamheden worden begeleid door een gecertificeerd opsporingsbedrijf. Dit bedrijf zal hiertoe eerst een projectplan opstellen.

Opstellen projectplan

Voordat met de opsporing wordt begonnen, laat de initiatiefnemer door het gecertificeerde opsporingsbedrijf, dat de daadwerkelijke opsporing uitvoert een projectplan opstellen. Dit plan beschrijft de onderlinge relatie tussen de betrokken partijen, de planmatige voortgang, afspraken, toezicht, documentatie en procedures om de werkzaamheden op een adequate en veilige wijze uit te kunnen voeren.

Uitvoeren detectieonderzoek

Detecteren omvat het vaststellen van de aanwezigheid van (mogelijke) ontplofbare oorlogsresten door het, met behulp van detectieapparatuur, uitvoeren van een meting en de beoordeling van de meetgegevens. Op basis van het zoekdoel, de locatiespecifieke omstandigheden en de toepasbaarheid van de verschillende detectiemethoden dient door een gecertificeerd opsporingsbedrijf per locatie een maatwerk aanpak te worden uitgewerkt voor het ontplofbare oorlogsresten-bodemonderzoek.

Lokale regelgeving

Legesverordening