Gemeente Aalten herziet armoedebeleid
Écht luisteren, empathie tonen, proactief handelen en handelen in de geest in plaats van de letter van wet- en regelgeving. Dat is samengevat de wens van een groep van 16 ‘armoede-ervaringsdeskundigen’. Zij hebben de gemeente Aalten voorzien van een uitgebreid advies met suggesties om mee te nemen bij de herijking van het armoedebeleid. Het college van burgemeester en wethouders stelde het mede op basis van dat advies aangepaste armoedebeleid op 10 oktober vast. De gemeenteraad behandelt het voorstel in november.
Wethouder Joop Wikkerink: “ik ben blij met de waardevolle input van de ervaringsdeskundigen. Zij hebben hun rapport de naam ‘van Arm-lastig naar Arm-slag’ gegeven en daar kan ik mij erg in vinden. Het rapport bevat nuttige tips en aanbevelingen voor verbetering van ons armoedebeleid en daarmee van hun eigen situatie en die van andere inwoners in vergelijkbare situaties. Die aanbevelingen gaan soms over geld, maar veel vaker gaat het over persoonlijk contact en maatwerk, over hoe mensen behandeld willen worden, al dan niet serieus worden genomen en professioneel worden geholpen. Ook de vindbaarheid en begrijpelijkheid van de regelingen kan volgens hen beter, dus ook daar gaan we mee aan de slag.”
2025: actualiseren en vindbaarheid verbeteren
In het aangepaste armoedebeleid stelt het college voor om per 2025 bestaande regelingen te actualiseren en (nog) meer in te zetten op de mogelijkheden van inwoners om mee te doen. Bedragen en toeslagen worden aangepast en het moet voor inwoners gemakkelijker worden om ondersteuning te vinden en te krijgen, zowel bij de gemeente als bij (verwijzende) partners. Speciale aandacht is er voor gezinnen in armoede. Voor kinderen zijn er tegemoetkomingen om deel te kunnen nemen aan sport en cultuur, voor zwemles en voor de extra schoolkosten.
Het vervolg: financiële bestaanszekerheid
Volgend jaar wordt een volgende stap gezet. Op basis van een extern onderzoek (nulmeting) wordt gekeken of er regelingen bij moeten, geschrapt kunnen worden of dat regelingen misschien anders ingericht moeten worden. In 2026 wordt vervolgens het beleid breder doorontwikkeld richting ‘bestaanszekerheid’.
De wethouder: “Daarbij gaan we steeds weer in gesprek met de ervaringsdeskundigen. Zij hebben aangegeven in de vorm van een klankbordgroep betrokken te willen blijven en van dat aanbod maken we graag gebruik.”