De Heurne
Overzicht van de gespreksverslagen gehouden in De Heurne.
Verslag eerste gespreksronde
Inleiding
Dit is het verslag van de eerste gespreksronde over de omgevingsvisie in deelgebied De Heurne. Aan het gesprek namen in totaal 10 inwoners deel. Het gesprek werd begeleid door 2 medewerkers van de gemeente Aalten.
Heeft u op- of aanmerkingen op dit verslag, of wilt u nog wat meegeven voor de nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Aalten? Mail dit dan naar omgevingsvisie@aalten.nl.
Wat was de bedoeling van dit eerste gesprek?
Op 1 januari 2024 is landelijk de Omgevingswet in werking getreden. Gemeenten moeten binnen drie jaar na deze datum een nieuwe omgevingsvisie opstellen die voldoet aan de eisen die de Omgevingswet hieraan stelt.
Eén van die eisen is dat overheden meer gebiedsgericht moeten werken. Een andere eis is dat de nieuwe omgevingsvisie samen met belanghebbenden (en dus de inwoners) wordt opgesteld. De gemeenteraad heeft het laatste woord.
De gemeente Aalten voert in de periode van september tot en met maart 2025 gebiedsgericht gesprekken over de nieuwe omgevingsvisie. In totaal zijn hiervoor in Aalten twaalf deelgebieden onderscheiden. Per deelgebied worden drie gesprekken gevoerd.
Voor meer informatie kijk op www.aalten.nl/omgevingsvisie. Alle stukken (foto's verslag, toelichtende presentatie) kunt u hier per deelgebied vinden.
Hoe was de opzet en indeling van dit eerste gesprek?
Dit eerste gesprek bestond uit drie onderdelen:
- een kort gesprek over dat wat het deelgebied (in dit geval: De Heurne) uniek maakt, anders maakt dan andere gebieden, en wat hierin aandachtspunten zijn naar de toekomst toe; dit in aanvulling op het Dorpsontwikkelplan van De Heurne, dit voorjaar gepresenteerd;
- een kort gesprek over onderwerpen (thema’s) in de leefomgeving die de deelnemers naar de toekomst toe het belangrijkst vinden voor het eigen deelgebied of voor Aalten als geheel; ook dit in aanvulling op het Dorpsontwikkelplan van De Heurne, dit voorjaar gepresenteerd;
- een kort gesprek over enkele belangrijk gevonden ontwikkelingen vinden naar de toekomst toe.
Het gesprek werd in drie verschillende deelgroepen gevoerd, aan drie verschillende tafels, onder begeleiding van één medewerker van de gemeente.
Wat waren de uitkomsten van dit eerste gesprek?
Hieronder staan per onderdeel de uitkomsten van dit eerste gesprek. Van deze uitkomsten zijn op de avond zelf ook foto’s gemaakt. Die kunt u vinden op www.aalten.nl/omgevingsvisie onder de knop “kalender, agenda’s en verslagen”.
Onderdeel 1: Over het deelgebied zelf
In onderdeel 1 ging het dus om de vraag wat het deelgebied uniek maakt, anders maakt dan andere gebieden, en wat hierin aandachtspunten zijn. Hierover is het volgende gezegd:
- Groene omgeving (6x genoemd).
- Kleinschalig (3x genoemd).
- Gevarieerd landschap.
- Open landbouwgebied (na ruilverkaveling).
- Goede balans tussen maat landbouwpercelen.
- Landelijk buitengebied.
- Landbouw.
- Redelijk open landschap.
- Kleine kern/woongebied.
- Voor een kleine kern: sterke/veel voorzieningen, vooral voor kinderen/gezinnen.
- Goede balans tussen rust en reuring.
- Veel eigen basisvoorzieningen.
- Basisvoorzieningen goed bereikbaar (3x genoemd).
- Naoberschap (5x genoemd).
- Saamhorigheid (2x genoemd).
- Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.
- Samen leven en doen.
- Vrijwilligers(werk) (2x genoemd).
- Omzien naar elkaar, elkaar helpen.
- Gemeenschapszin.
- Met/door versterking Heurns Belang saamhorigheid toegenomen.
- Goede mix van jong en oud (jongeren keren ook terug naar De Heurne).
- Leefbaar gebied.
- Hokken en keten (gemeenschap, vriendengroepen).
- Levend/bewegend (2x genoemd).
- Ondernemerschap.
- Veel bedrijven, lokaal, geaard en passen(d) in gemeenschap.
- Hoe het dorp nu is (voorzieningen e.d.) zorgt dat de bevolking divers is en blijft.
Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van De Heurne naar de toekomst toe zijn genoemd:
- Zorgen om woningbouwontwikkeling (2x genoemd) (te incidenteel, te laat starten, geen goede planning, krimp door tekorten).
- Kosten Uuthuuskes zo hoog dat bewoners financieel weinig kunnen opbouwen.
- Geen doorstroming voor bewoners van Uuthuuskes (max 5 jaar?).
- De Woonplaats staat/blijft op te grote afstand; desinteresse (zie Keuperweg).
- Seniorenhofjes?
Onderdeel 2: Over de belangrijkste onderwerpen naar de toekomst toe.
In onderdeel 2 werd gevraagd naar onderwerpen (thema’s) in de leefomgeving die de deelnemers aar de toekomst toe belangrijk vinden (ook) voor De Heurne, in aanvulling op dat wat al in het Dorpsontwikkelplan van De Heurne staat/stond beschreven.
Verzocht werd om deze aanvullende belangrijke onderwerpen op een lijst met 24 onderwerpen in de leefomgeving (variërend van geluid, water e.d. tot en met bouwen, infrastructuur, landbouw en natuur) aan te kruisen. Als aanvullend belangrijk (ten opzichte van het DOP) werden genoemd:
- woningbouw en bebouwing (5x genoemd).
- energievoorziening en duurzame energie (4x genoemd) in combinatie met duurzaamheid (2x genoemd).
- mobiliteit en verkeersveiligheid (3x genoemd).
- sociale samenhang en meedoen (3x genoemd) in combinatie met leefbaarheid en kwaliteit van leven (2x genoemd).
- bodemgebruik en bodemkwaliteit (3x genoemd) in combinatie met waterbeheer (2x genoemd).
- landschappelijke kwaliteit en waarden (2x genoemd) in combinatie met openbare ruimte en groen (2x genoemd) en natuur en biodiversiteit (1x genoemd).
- gezondheid, zorg en vitaliteit (2x genoemd) in combinatie met beweegvriendelijke leefomgeving (2x genoemd).
- klimaatadaptatie (2x genoemd).
- infrastructuur (2x genoemd).
Onderdeel 3: Wat wel en niet gewenst naar de toekomst toe
In onderdeel 3 hebben we kort doorgepraat over een paar punten uit onderdeel 2. Thema’s dus, aanvullend op het Dorpsontwikkelplan, die (ook) voor de toekomst van De Heurne van belang worden geacht. In dit kader werden nog de volgende zaken belangrijk gevonden:
- Woningbouw voor starters/jongeren.
- Zorgen dat alle nieuwbouw meteen ook zelfvoorzienend is (o.a. qua energie).
- Onderzoek ook andere mogelijkheden voor energievoorziening.
- Gezamenlijke energievoorziening/-opwekking?
- Gezamenlijke batterij voor De Heurne?
- Geen windmolens (2x genoemd).
- Geen zonnepanelen op agrarische grond (2x genoemd).
- Waterbeheer wordt steeds belangrijker, maar wordt met name bepaald door grondeigenaren, en niet door het waterschap.
- Zorgen om achteruitgang van biodiversiteit.
- Gevolgen van klimaatverandering nu al zichtbaar; hoe daarop voor te bereiden?
- Instandhouden van activiteiten ook voor jongeren; essentieel voor leefbaarheid.
- School en kulturhus belangrijk voor leefbaarheid.
- Instandhouden van basisvoorzieningen.
Datum tweede gesprek
Het tweede gesprek in en over deelgebied De Heurne vindt plaats op woensdag 4 december en vindt opnieuw plaats in Café Bruggink, in De Heurne (19.00-21.30 uur, inloop vanaf 18.45 uur). Dan gaan we in op specifieke keuzes die gemaakt moeten worden, omdat we ook rekening hebben te houden met beleid van andere overheden, met wettelijke en financiële beperkingen, et cetera.
Graag tot dan!
Verslag tweede gespreksronde
Inleiding
De gemeente Aalten staat voor de opgave om samen met haar inwoners een nieuwe omgevingsvisie voor het hele grondgebied van de gemeente te maken. Dat doen we o.a. door gebiedsgericht in gesprek te gaan met onze inwoners en andere belanghebbenden over wat zij belangrijk vinden voor de toekomst van hun eigen leefomgeving.
Dit is het verslag van het tweede gesprek in en met deelgebied De Heurne. Aan het gesprek namen in totaal zo’n 30 inwoners deel. Het gesprek werd begeleid door 4 medewerkers van de gemeente Aalten.
Heeft u op- of aanmerkingen op dit verslag? Geef deze dan door via omgevingsvisie@aalten.nl.
Wilt u nog wat meegeven voor de nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Aalten, gebruik dan ook dit e-mailadres.
Wat was de bedoeling van dit tweede gesprek?
In de eerste gespreksronde hebben we opgehaald (1) wat de inwoners typerend vinden aan het deelgebied in kwestie, (2) hebben we opgehaald welke leefomgevingsonderwerpen als belangrijk(st) worden gezien richting 2040 en (3) hebben we gevraagd naar wel en niet wenselijke ontwikkelingen richting 2040.
In de tweede gespreksronde hebben we vooral meningen opgehaald over vraagstukken die we hebben voorgelegd: Als we moeten kiezen tussen A of B, waar gaat de voorkeur van de inwoners dan naar uit en waarom?
Hoe was de opzet en indeling van dit tweede gesprek?
Het tweede gesprek bestond uit de volgende onderdelen:
- Welkom in 2040: Bij binnenkomst kregen alle deelnemers een post-it met hun leeftijd in 2040 opgeplakt, gevolgd door een korte presentatie over hoe onze wereld er over 16 jaar mogelijk uitziet.
- Vervolgens gaf de projectleider een toelichting op het hoe en waarom van de omgevingsvisie, wat de eerste gespreksronde heeft opgeleverd en wat de bedoeling is van de tweede ronde.
- Als opwarmertje voor de gespreken kregen de deelnemers vervolgens een aantal prikkelende stellingen voorgelegd.
- Daarna gingen de deelnemers in groepen met elkaar in gesprek over maximaal 5 vraagstukken:
Energievoorziening
Klimaatverandering
Wonen en zorg
Bedrijvigheid in relatie tot rust en ruimte
Landschap, biodiversiteit, waterkwaliteit - Plenaire afsluiting en doorkijk naar het vervolg.
Wat waren de uitkomsten van dit tweede gesprek?
Het gesprek over de (maximaal vijf) vraagstukken werd in De Heurne in verschillende deelgroepen gevoerd, aan vier verschillende tafels, onder begeleiding van een medewerker van de gemeente. De uitkomsten van deze groepsgesprekken waren als volgt:
Vraagstuk energievoorziening
Aan de ene kant willen velen niet nog meer windmolens en liefst geen zonneparken, aan de andere kant neemt de energiebehoefte alleen maar toe, levert alleen isoleren en zon op daken te weinig op en willen we (landelijk) uiterlijk in 2030 energieneutraal zijn (d.w.z. zelf evenveel energie opwekken als verbruiken). De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt:
“Onze eigen energiebehoefte schuiven we niet af op een ander gebied”. Eens, of oneens?
De antwoorden waren als volgt:
Tafel 1
- Zelf doen, niet afschuiven; oplossingen: leg accu’s/batterijen neer voor (eventuele) overschotten aan zonne- en windenergie (zodat we zelf opgewekte energie zo optimaal mogelijk benutten in De Heurne).
- Zelf doen; bewust worden van eigen verbruik en piekbelasting; meer rekening houden met de natuur (zon, wind).
- Daken beter benutten.
- Energie door water? Welke opties zijn er?
- Zelf doen, niet afschuiven; zorgen voor goede mix van wind en zon, plus opslagmogelijkheden (nieuwe technologie).
- Niet zelf doen, landelijk regelen, daar waar dit het beste kan.
- Doen we zelf; er zijn nog voldoende daken waar geen zonnepanelen op liggen.
- De Heurne moet zelfvoorzienend willen zijn; aanleggen van zonnevelden, zorgt voor minder horizonvervuiling dan windmolens; plus toestaan dat particulieren windmolens plaatsen van max. 3 meter hoog (innovatie).
- Doen we zelf; gezamenlijke voorzieningen en delen van faciliteiten.
- In ieder geval maximale bijdrage leveren in eigen gebied, door daken nog veel beter te benutten voor zonnepanelen.
- Niet op anderen afschuiven; zelf bezuinigen, minder energie verbruiken; elkaar op aanspreken.
Tafel 2
- Zelfvoorzienend geen doel op zich.
- Eens, je moet het in je eigen leefomgeving zoeken en zelf willen voorzien.
- Zelfvoorzienend met o.a. zonnepanelen waaronder gewassen verbouwd kunnen worden.
- Eens, maar eerst kijken naar niet- of minder ingrijpende maatregelen, zoals zon op daken, kleine windmolens e.d. plus goed gebruik van batterijen e.d.
- Eens, maar is dit haalbaar voor Aalten? Ik denk voor De Heurne zeker, met de ruimte die nog beschikbaar is.
- Eens, energie die we verbruiken ook zoveel mogelijk zelf opwekken, ook met gebruikmaking van nieuwe technieken (waterstof e.d.), groene panelen (zodat ze het landschap minder verstoren) et cetera.
- Als gemeente zeker een maximale bijdrage leveren, maar zeker ook landelijk kijken; plus goed kijken naar opslagmogelijkheden.
- Gemeente moet vooral/meer inspireren, voorbeelden en mogelijkheden laten zien, plus faciliteren en subsidiëren (bijvoorbeeld een collectieve batterij).
Tafel 3
- Te weinig tijd, niet aan toegekomen.
Tafel 4
- Zonnepanelen goed inpassen.
- Oneens; vooral zuinig zijn, zo min mogelijk verbruiken, maar niet ten koste van alles zelfvoorzienend.
- Eens, we lossen het zelf op.
- Eens, energie zoveel mogelijk zelf regelen, op daken van schuren, huizen, bedrijven et cetera; maar niet alles kan!
- Zelf ook verantwoordelijkheid nemen, liefst zonder vreemd ruimtebeslag.
- Oneens; landelijk regelen.
- Rekening houden met landschap.
- Ruimtelijke ordening goed regelen.
Vraagstuk klimaatverandering
Door het veranderende klimaat krijgen we te maken met steeds meer weersextremen: vaker periodes van extreme droogte/hitte, vaker periodes van wateroverlast. De keuze die op deze lijn werd voorgelegd, was als volgt:
“A. We passen ons grondgebruik aan op het veranderende klimaat (zoals landbouw en woningen bijvoorbeeld op hoge droge essen en de zeer natte gronden geven we terug aan de natuur) of B. We zetten alles op alles om het huidige gebruik van gronden te behouden en beschermen, bijvoorbeeld met afwateren, dijken ophogen, droogpompen, beregenen e.d.”
De antwoorden waren als volgt:
Tafel 1
- A, maar wel aanpassen aan de mogelijkheden die er zijn m.b.t. landbouw.
- B, maar wel leren om andere gewassen te verbouwen.
- A, voor zover realistisch en uitvoerbaar; proberen zoveel mogelijk te leven hoe de natuur het met ons voorheeft; wel kostbaar, dus veel geld nodig voor aanpassingen.
- Eens met A, leren leven met natuurlijke omstandigheden, terughoudend zijn met meer compensatie.
- B, want A is te kostbaar qua tijd, geld en moeite.
- Geen bouw op hoge essen.
- Gemeente moet beter naar inwoners luisteren als het gaat om onderhoud (duikers, doorstromen, vasthouden van water, berging e.d.).
Tafel 2
- Niet op extremen inrichten/acteren, want de ene keer gaat het om droogte, de andere keer op wateroverlast; beregenen bij droogte hoeft geen enkel probleem te zijn als je in tijden van wateroverlast maar voldoende water opslaat.
- Gebruik aanpassen; ruimte maken voor opslag van water; en niet bouwen in overloopgebied.
- A is te kostbaar, denk ik, en wat is haalbaar? Wat doet dat met de omgeving? B zou idealer zijn, minder ingrijpend, minder verandering, maar is dat een duurzame oplossing?
- A, vooral met het oog op nieuwe projecten, maar met behoud van huidige historie, cultuur, natuur
- Waar nodig woningbouw aanpassen, zowel qua plek als de woningen zelf; ook aanpassen van aan- en afvoer van water.
- Voorkeur voor B, maar wel rekening houden met verbeteringen m.b.t. het klimaat; Nederland moet niet te extreem actie ondernemen, niet overdrijven; wij proberen van alles op microniveau te verbeteren, maar elders in de wereld geven ze er niks om.
- In de basis: A: bodem en water sturend voor nieuwe ontwikkelingen; B voor bestaande historische gebouwen (we moeten niet de gehele identiteit verliezen) en slim vasthouden van water voor later gebruik.
Tafel 3
- Niet behandeld.
Tafel 4
- A; niet koste wat kost overal bouwen.
- Zie ’t Broek: nat gebied, maar toch industrie.
- Bomen: 3 x 30 x 300 regel.
- Geen tuinen betegelen; water moet de grond in kunnen.
- Bomen planten.
- A; natuur volgen en niet ten koste van alles er tegenin gaan.
- A; aanpassen aan de natuur; niet ergens bouwen waar je weet dat het niks wordt.
- A; niet bouwen in laaggelegen gebieden; die bewaren voor natuurontwikkeling.
- De natuur zo dicht mogelijk benaderen als uitgangspunt.
- Grondgebruik aanpassen aan de natuur.
Vraagstuk wonen en zorg
Veel jongeren komen moeilijk of niet aan passende en betaalbare woningen. Senioren willen wel doorstromen, maar waar naartoe? Als voor die doorstroming seniorenwoningen moeten worden gebouwd, waar zetten we die dan bij voorkeur neer? Zoveel mogelijk in de eigen directe leefomgeving? Of zoveel mogelijk in de buurt van voorzieningen waar ouderen op late(re) leeftijd veelal op zijn aangewezen? De vraag/keuze die we op deze lijn hebben voorgelegd, luidde als volgt: “A. Brengen we ouderen zoveel mogelijk richting voorzieningen? Of B. Brengen we voorzieningen zoveel mogelijk richting ouderen, zodat ze zo lang mogelijk kunnen blijven wonen waar ze wonen (bijvoorbeeld door woningsplitsing makkelijker te maken, generatie-erven, regelen van goed vervoer et cetera)”.
De antwoorden waren als volgt:
Tafel 1
- Combinatie van A en B; zorg dat jong en oud bij elkaar kunnen blijven, met gezamenlijke voorzieningen.
- Maak het splitsen van woningen makkelijker, dan gaan meer mensen dichter bij elkaar wonen en dat is goed voor onderlinge hulp.
- Splitsen van woningen moet makkelijker (2x genoemd).
- Combinatie van A en B; zorg voor voorzieningen op buurtschapsniveau, bijvoorbeeld in de vorm van gemengde woongemeenschappen (4x genoemd).
- Combinatie van A en B; Knarrenhofjes, maar ook gecombineerd met jongeren.
- Realiseren van Knarrenhofjes door de woningbouwvereniging.
- Combinatie van A en B; ouderen zoveel mogelijk in eigen dorp/buurt, op centrale plek (hofje), samen met jongeren; gezamenlijke grotere voorziening met keuken, woonkamer om samen te koken, spelletjes te doen, en om te zien naar elkaar.
Tafel 2
- Zelf, dan pas geclusterd in kleine kernen, en pas als laatste richting voorzieningen brengen.
- Mensen niet uit hun leefomgeving halen.
- Zo lang mogelijk thuis wonen en de zorg naar mensen toe brengen.
- Voorkomen van eenzaamheid door meer bewoning op erven toe te staan.
- Meer voor elkaar zorgen (2x genoemd).
- Ouderen helpen (coachen, begeleiden) zelf de juiste keuze(s) te maken (waarbij er ook grenzen zijn aan zelfredzaamheid).
- Seniorenwoningen bij voorkeur in de kleine kernen/buurtschappen zelf, geconcentreerd, dus bij elkaar, zodat ook efficiënt ondersteuning kan worden verleend.
- Subsidies voor aanpassingen en deze qua regelgeving sneller mogelijk maken.
- Geen dwang.
- In 2040 vervoer van ouderen per zelfrijdende busjes naar voorzieningen, dus kunnen ook daardoor langer op huidige plek blijven wonen.
- B: vitaliteit bevorderen, goede mobiliteitsvoorzieningen organiseren, dorpshuizen voor ondersteuning, voorzieningen, ontmoeting; ouderen zijn onderdeel van de gemeenschap; goede mix van jong en oud is belangrijk; sociaal netwerk.
- Beide, A en B, 50-50: Sommige ouderen willen graag naar een soort bejaardenhuis, sociaal, winkels en verzorging in de buurt; maar veel ouderen in het buitengebied willen graag in het buitengebied blijven, al of niet met mantelzorg, eventueel centraal in de buurt en gedeeld met anderen.
- Mogelijkheden voor mantelzorgwoningen uitbreiden.
- Ouderen zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen, met mogelijkheden voor aanpassingen en dus subsidies.
- Mogelijkheden voor woningsplitsing versoepelen, ook in tijd.
- Bij woningbouw woningen voor diverse leeftijdsgroepen mogelijk maken.
- Pas in uiterste noodzaak richting voorzieningen verhuizen.
Tafel 3
- A; centraal, geen eenzaamheid.
- Zo lang mogelijk thuis. Bij de grote kernen ook zorgwoningen, meer bij elkaar.
- Meer generatiehofjes in de kleine kernen/buurtschappen.
- Voorzieningen zo lang en veel mogelijk naar de ouderen brengen (2x genoemd).
- Keuze B: lokaal vooruitdenken met gezamenlijke voorzieningen voor 70+; zorg is dan makkelijker te organiseren.
- Basisvoorzieningen concentreren in de grote kernen en accepteren dat we moeten veranderen.
Tafel 4
- B; ouderen en jongeren samen laten wonen.
- B, maar wel jong en oud samen.
- Geen dwang, zelf laten kiezen.
- Maatwerk aan huis lijkt mij ideaal.
- Mensen moeten zelf kunnen kiezen.
- Maatwerk mogelijk maken.
- Zorg aan huis brengen (zo mogelijk).
- Eenzaamheid is vooral stedelijk.
- Maatwerk.
- B, maar wel maatwerk.
- Loket/zorg op 1 plek.
- Bereikbare zorg.
- 1 aanspreekpunt.
- Kijken naar de mens, vanuit de bedoeling.
Vraagstuk bedrijvigheid in relatie tot rust en ruimte
Bedrijvigheid is belangrijk voor leefbaarheid, maar bedrijvigheid (waaronder toerisme) gaat soms ook ten koste van de rust en de ruimte die juist zo kenmerkend zijn voor o.a. de Achterhoek en waar ook veel Aaltenaren zo zuinig op (willen) zijn. De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: “Om de werkgelegenheid en de werkgelegenheid te vergroten moeten we meer ruimte geven aan bedrijvigheid, ook als dit ten koste gaat van rust, ruimte en (verkeers)veiligheid. Eens, of oneens?”
De antwoorden waren als volgt:
Tafel 1
- Oneens; werkgelegenheid is belangrijk, passend bij De Heurne (schaalgrootte), maar niet meer zwaar verkeer.
- Eens.
- Oneens; voor groei en werkgelegenheid kiezen voor bedrijven die passen in en bij De Heurne.
- Oneens; basis is rust; bedrijvigheid mag niet ten koste gaan van (verkeers)veiligheid; wel belangrijk om huidige voorzieningen te behouden; en werkgelegenheid moet passen bij het karakter van De Heurne.
- Oneens; behouden wat er is, het hoeft niet meer en/of groter; en als er al behoefte aan is, dan werkgelegenheid passend bij leefbaarheid.
- Stimuleren van ondernemerschap voor jongeren; stel ruimte(n) beschikbaar, en zorg voor goede digitale verbindingen/infrastructuur.
Tafel 2
- Bedrijven vooral concentreren op bestaande bedrijventerreinen (3x genoemd).
- Mensen wonen hier juist voor de rust, de ruimte en de veiligheid, dus oneens.
- Spanningsveld niet aan de orde in De Heurne; beide kunnen nog prima naast elkaar bestaan; bovendien toerisme belangrijk, ook voor De Heurne.
- Oneens; zet in op bereikbaarheid of kleinschaligheid.
- Toerisme kan nog uitgebreid worden; zonodig regels maken voor ruiters, fietsers e.d.
- Bedrijven in De Heurne juist niet bij elkaar.
- Toerisme gaat prima zoals het is.
- Ruimte geven aan (kleinschalige) bedrijvigheid (passend bij De Heurne) om voorzieningenniveau en werkgelegenheid in stand te houden, maar wel in balans, dus niet zonder grenzen; wel blijven investeren in routes, veiligheid e.d.
Tafel 3
- Eens; noodzakelijk voor vitaliteit en economie.
- Oneens; het hoeft niet altijd meer te zijn; maak vooral efficiënt gebruik van bestaande ruimte of waardeer deze op (combineren van functies).
- Oneens; rustig buitengebied behouden; rust en ruimte zijn de redenen dat ik hier woon.
- Eens; noodzakelijk voor de leefbaarheid van De Heurne; maar wel maatwerk op locatie, en geen versnippering.
- Oneens; eerst kijken of er locaties zijn die veranderd/gesaneerd kunnen worden, plus graag een logische inbedding van percelen.
- Bedrijvigheid is een breed begrip; liever minder dan meer.
- Oneens; werkgelegenheid hoeft niet altijd per se in De Heurne gevonden te worden; bedrijvigheid liever concentreren op bestaande bedrijventerreinen; mag zeker niet ten koste gaan van de natuur.
- Eens; zonder bedrijvigheid geen toekomst voor De Heurne; liever bedrijvigheid in Nederland dan in Azië en Afrika.
- Bedrijvigheid hoe dan ook passend bij de schaal en het karakter van De Heurne; plus inzetten op hergebruik en revitalisering.
- Participatie in dit kader wel belangrijk (communicatie en tijdigheid).
Tafel 4
- Alleen schone bedrijven, geen stank.
- Bestaande bedrijventerreinen eerst en zo goed mogelijk benutten.
- Bedrijvigheid moet blijven, maar wel schoon en veilig.
- Eens, maar wel alleen schone bedrijven.
- Uitsluitend schone, stille en veilige bedrijven.
- Eens, mits: veilig verkeer, rust niet verstoord (bedrijven moeten kunnen werken).
- Bedrijvigheid zoveel mogelijk op bestaande bedrijventerreinen en zoveel mogelijk concentreren; landschap zo lang mogelijk ontzien, rust en ruimte zijn ook belangrijk.
Vraagstuk landschap, biodiversiteit en waterkwaliteit
In de eerste gespreksronde over de omgevingsvisie is vaak uitgesproken dat het landschap moet worden behouden zoals het is. Tegelijkertijd staat het landschap onder druk en gaat het zelfs achteruit. Zie bijvoorbeeld de biodiversiteit, de waterkwaliteit maar ook beuken die afsterven door te natte grond, sloten waar voor een flink deel al geen leven meer in zit, et cetera. Kortom, “behouden zoals het is” lijkt niet voldoende. De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt:
“We moeten investeren in onderhoud van ons landschap en landschapselementen toevoegen (zoals houtwallen, sloten, wandelpaden, bomen, struwelen e.d.) en overschakelen op natuurinclusieve landbouw om ons landschap te behouden, de biodiversiteit te bevorderen en de waterkwaliteit te verbeteren. Eens, of oneens?”
NB: Omdat velen het al vrij snel eens waren met deze stelling, is aan sommige tafels de aanvullende vraag gesteld welke investeringen in het landschap als eerste gedaan moeten worden.
De antwoorden waren als volgt:
Tafel 1
- Eens; sterk inzetten op instandhouden van inheemse planten en dieren, plus afremmen van gebruik van auto (bevorderen van lopen en fietsen).
- Eens; moet geen polder worden; machines vervuilen; gemeente nodig; wiel niet opnieuw uitvinden.
- Eens, maar wat gaan we er aan doen? Gemeente nodig. Moet samen met inwoners plan maken, en samen met inwoners uitvoeren; plus geld nodig van de gemeente.
- Eens, en zelfs versterken, want waardevol landschap bestaat alleen nog in folders.
- Eens; versterking/uitbreiding van het huidige landschap; gesprekken voeren met landeigenaren en ook met de natuurindustrie en de landbouw; meer bosschages, en behoud van grote solitaire bomen.
- De overheid moet hier voor zorgen (inzet en bereikbaarheid).
- Eens, en alle doelgroepen betrekken, ook de jeugd; praktijkonderwijs voor o.a. de jeugd; subsidies voor bepaalde velden/onderhoud; en Heurns Veld behouden.
- We moeten investeren in natuur, industrie en landbouw; plus de landbouw stimuleren voor meer biodiversiteit.
- Eens, en wat kan gemeenschap De Heurne zelf doen? Vrijwilligers leveren voor onderhoud en het planten van bomen e.d. (voorbeeld: werkgroep kerkepaden; onderhoud).
- Zorg ook dat onderhoud en aanleg van natuur een verdienmodel is/kan zijn voor de landbouw.
Tafel 2
- Boeren compenseren voor onderhoud en aanleg van natuur.
- Beschermen van flora en fauna.
- Beter beschermen van de natuur.
- Toestaan van wildgroei in de bermen.
- Biologische landbouw, minder gif.
- Voedselbossen.
- Meer gebruik van kruidenrijke grasmengsels e.d.
- Meer houtwallen.
- Houtwallen en hagen terug.
- Ruimte maken voor goed waterbeheer.
- Vrijkomende landbouwgrond teruggeven aan de natuur.
- Investeren in waterkwaliteit, daarom minder gif (landbouw)c, stand van het water beter kunnen regelen, minder stikstof.
- Meer aanplanten van bloemen, struiken, bomen, wat bevorderlijk is voor de stand van de dieren (insecten, vogels).
- Vooral de natuur z’n gang laten gaan en niet teveel bemoederen.
- Investeren in landschap door: herstel van bomen/houtwallen (goed voor klimaat en biodiversiteit), routes/structuren/netwerk natuur langs bermen en sloten (voor biodiversiteit), waterkwaliteit (minder/geen gif, mest) en stimuleren van erven als groene hubs.
Tafel 3
- Eens met noodzaak van beter onderhoud.
- Eens, is ook bevordering van klimaatadaptatie; meer groen, meer water.
- Eens; biodiversiteit belangrijk voor leefbaarheid in de toekomst.
- Gemeente moet houtwalprojecten e.d. faciliteren waar nodig.
- Eens, belangrijk om de toekomstige leefbaarheid te garanderen.
- Oneens: natuurontwikkeling door derde partijen, zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer e.a.
- Grootschaliger groenpercelen, minder versnippering.
- Maatwerk in onderhoud.
- Toezicht op handel/verhandelen van gronden.
- Goed verdienmodel voor grondeigenaren.
- Eens; herstel van landschap essentieel, meer houtwallen, meer variatie, ook in beheer en biodiversiteit.
- Eens; meer houtwallen, singels e.d. stimuleren.
- Geen natuur “aanleggen”.
- Boeren meer ondersteunen, want zij zorgen voor het onderhoud.
- Eens; voorbeeld: Linderdijk.
- Boeren helpen.
- Aanleg door gemeente.
- Onderhoud door eigenaren.
- Eens: natuur algemeen, flora en fauna, en alles wat weer terug kan komen.
- Overheid moet pesticiden e.d. verbieden.
- Iedereen meer zelf investeren op eigen grond.
- Eigen gedrag: consuminderen.
- Groene structuren (landschapselementen e.d.) beter vastleggen in het omgevingsplan.
Tafel 4
- Belangrijk: waterkwaliteit; plekken maken voor berging van water.
- Vrijwilligers inschakelen voor aanleg en onderhoud van paden e.d. (en gemeente nodig voor steun).
- Subsidie voor productie, subsidie voor landschap.
- Ondersteuning olde karrespoor.
- Onderhoud van paden en fietspaden door gemeente.
- Eens; subsidie gericht op aanleg en onderhoud van wallen, essen e.d.
- Bij landbouw meer sturen op landschap in plaats van alleen maar (meer) productie.
- Eens: zeker investeren in paden e.d.; ook meer investeren in onderhoud (maar door wie?).
- Gemeente moet meer investeren in en onderhouden van fietspaden.
- Meer groen in het buitengebied.
- Behoud is belangrijk (mooi en gezond).
- Zie ook dorpsontwikkelplan van De Heurne: samen met Achterhoek toerisme plan gemaakt.
- Beplantingsplannen verplichten en ook handhaven.
- Wandelpaden instandhouden en beter onderhouden, ook (meer) bijdrage gemeente nodig.
Hoe nu verder?
Na de tweede gespreksronde gaan we alle input (inclusief beleid van andere overheden e.d.) omschrijven naar 1 integrale, samenhangende en zo concreet mogelijke concept/voorstel omgevingsvisie, waarin voor Aalten als geheel maar ook voor de afzonderlijke deelgebieden staat aangegeven wat richting 2040 de wel en niet gewenste ontwikkelingen zijn en (op hoofdlijnen) hoe we de gewenste leefomgeving in 2040 willen gaan realiseren. Met dit concept/voorstel komen we in een derde en laatste ronde eerst nog terug bij de deelgebieden, met de vraag: Wat vinden jullie ervan? Pas daarna gaan we met de concept-omgevingsvisie richting gemeenteraad.
NB: Deze derde en laatste gespreksronde over de omgevingsvisie wordt NIET maart 2025, maar wat later in het voorjaar! U krijgt daar op een later moment nog bericht over.
- Verslag eerste gesprek omgevingsvisie deelgebied De Heurne.pdflink naar pdf bestand368,8 KB
- verslag_2e_gesprek_omgevingsvisie_de_heurne.pdflink naar pdf bestand407 KB
Document download informatie:
- Een pdf-bestand kunt u openen in verschillende PDF-lezers, zoals Adobe Reader.