Overzicht van de gespreksverslagen gehouden in Dale

Verslag eerste gespreksronde

Inleiding

Dit is het verslag van de eerste gespreksronde over de omgevingsvisie in deelgebied Dale. Aan het gesprek namen in totaal zo'n 30 inwoners deel. Het gesprek werd begeleid door 5 medewerkers van de gemeente Aalten. De deelnemers hebben vooraf toestemming gegeven voor het maken van foto's en deze te gebruiken voor het verslag en plaatsing op de website van gemeente Aalten voor de Omgevingsvisie.

Heeft u op- of aanmerkingen op dit verslag, of wilt u nog wat meegeven voor de nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Aalten? Mail dit dan naar omgevingsvisie@aalten.nl.

Wat was de bedoeling van dit eerste gesprek?

Op 1 januari 2024 is landelijk de Omgevingswet in werking getreden. Gemeenten moeten binnen drie jaar na deze datum een nieuwe omgevingsvisie opstellen die voldoet aan de eisen die de Omgevingswet hieraan stelt.

Eén van die eisen is dat overheden meer gebiedsgericht moeten werken. Een andere eis is dat de nieuwe omgevingsvisie samen met belanghebbenden (en dus de inwoners) wordt opgesteld. De gemeenteraad heeft het laatste woord.

Gemeente Aalten voert in de periode van september tot en met maart 2025 gebiedsgericht gesprekken over de nieuwe omgevingsvisie. In totaal zijn hiervoor in Aalten twaalf deelgebieden onderscheiden. Per deelgebied worden drie gesprekken gevoerd. 

Kijk op www.aalten.nl/omgevingsvisie voor meer informatie. Alle stukken (foto's verslag, toelichtende presentatie) kunt u hier per deelgebied vinden.

Hoe was de opzet en indeling van dit eerste gesprek? 
Dit eerste gesprek bestond uit drie onderdelen:

  1. een kort gesprek over dat wat het deelgebied (in dit geval: Dale) uniek maakt, anders maakt dan andere gebieden, en wat hierin aandachtspunten zijn naar de toekomst toe;
  2. een kort gesprek over onderwerpen (thema’s) in de leefomgeving die de deelnemers naar de toekomst toe het belangrijkst vinden voor het eigen deelgebied of voor Aalten als geheel (top 3);
  3. een wat langer gesprek over hoe de deelnemers de gewenste leefomgeving in 2024 voor zich zien, en wat zij (op die lijn) wel en niet gewenste ontwikkelingen vinden naar de toekomst toe.

Het gesprek werd in drie verschillende deelgroepen gevoerd, aan drie verschillende tafels, onder begeleiding van één medewerker van de gemeente.

Wat waren de uitkomsten van dit eerste gesprek? 

Hieronder per onderdeel een de uitkomsten van dit eerste gesprek. Van deze uitkomsten zijn op de avond zelf ook foto’s gemaakt. Die kunt u vinden op www.aalten.nl/omgevingsvisie onder de knop “kalender, agenda’s en verslagen”. 

Onderdeel 1: Over het deelgebied zelf 

In onderdeel 1 ging het dus om de vraag wat het deelgebied uniek maakt, anders maakt dan andere gebieden, en wat hierin aandachtspunten zijn. Hierover is het volgende gezegd:

Tafel 1:

  • Rust (4x genoemd).
  • Naoberschap (5x genoemd).
  • Verdraagzaamheid.
  • Goor.
  • Natuur (4x genoemd).
  • Leefbaarheid (2x genoemd).
  • Cultuur.
  • Ruimte (4x genoemd).
  • Ruimtelijk gebied.
  • Prachtig coulissenlandschap (2x genoemd), met afwisseling van bos en natuur.
  • Landschappelijk/natuurlijk.
  • Landschappelijke/agrarische waarde (2x genoemd).
  • Mooie groene omgeving.
  • Dun bevolkt.
  • Sociaal (Oranjevereniging).
  • Gemeenschap is hecht; kan hecht zijn.
  • Saamhorigheid/betrokkenheid.
  • Ruimte voor landbouw.
  • Veilig qua buren.
  • Geen kern.

Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Dale naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Verkeersveiligheid op bepaalde punten (2x genoemd).
  • Verkeersveiligheid Aladnaweg.
  • Hardrijden op de Vellegendijk.
  • Bereikbaarheid (aansluiting).
  • Water.
  • Ruilverkaveling is ten koste gegaan van landschappelijke waarde; landschapselementen terugbrengen (houtwallen e.d.).
  • Besluitvorming over bepaalde onderwerpen (windmolens).
  • Geen uitbreiding in Dale met windmolens (niet alles in Dale) (2x genoemd).
  • Goor is mooi, maar kan beter: Meer uitgravingen voor water, meer beplanting, meer bomen.
  • Meer fietspaden, meer ruiterpaden, maakt het aantrekkelijker.
  • Geen mogelijkheden voor huizenbouw.
  • Uitbreiding energietransitie, windmolens e.d.
  • Plaatsing EOS-installatie in agrarisch gebied.
  • Sportgelegenheid.
  • Openbaar vervoer.
  • Energieproductie.
  • Voorkomen van industrialisatie (hoort thuis op industrieterreinen).

Tafel 2:

  • Saamhorigheid (3x genoemd).
  • Weinig criminaliteit.
  • Afwisseling van bedrijvigheid, natuur en wonen.
  • Natuur/landschap (4x genoemd).
  • Icoonlandschap.
  • Hoog-laag-essen, holle wegen, hoogteverschillen (2x genoemd).
  • Gemeenschapsruimte/gebouw/buurtschapshuis.
  • Mooie omgeving.
  • Goede voorzieningen.

Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Dale naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Landschap behouden.

Tafel 3:

  • Groene omgeving (2x genoemd).
  • Landelijk karakter, landelijk wonen.
  • Mooie woonlocatie, mooie omgeving.
  • Coulissenlandschap.
  • Agrarisch gebied.
  • Verenigingsleven.
  • Ruimte en rust (3x genoemd).
  • Natuur (5x genoemd).
  • Mix van natuur, landbouw, recreatie en ontspanning (2x genoemd).
  • Wonen, werken en recreëren op korte afstand.
  • Nabijheid van natuurgebieden (Vennebulten, Goor, beek).
  • Aanwezigheid van houtwallen.
  • De beek.
  • Zandwegen (2x genoemd).
  • Mogelijkheid om te wandelen.
  • Veiligheid.
  • Fietsgelegenheid (2x genoemd).
  • ‘t Romienendal, sociaal, buurtschapsgebouw (4x genoemd).
  • Buurtschapsgevoel.
  • Naoberschap.
  • Saamhorigheid.
  • Samen willen aanpakken.

Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Dale naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Verkeerveiligheid kan beter (2x genoemd).
  • Hard rijden op kleine wegen.
  • Onveilige oversteek bij rotonden en watertoren.
  • Aladnaweg en Boterdijk.
  • Aladnaweg onveilig (2x genoemd).
  • Veiligheid overgang ringweg (2x genoemd).
  • N318 steeds drukker.
  • Onderhoud van wegen, sluiproutes.
  • Mountainbikepaden.
  • Zandwegen behouden.
  • Zo min mogelijk gif spuiten.
  • Minder monocultuur (meer graan, zaden e.d.).
  • Behoud van natuur en houtwallen (5x genoemd).
  • Zieke bomen kappen en herplanten.
  • Verjongen van de natuur.
  • Maaien van bermen.
  • Onderhoud van het landschap (want minder boeren) plus de financiering daarvan.
  • Grotere diversiteit in bomen.
  • Niet te veel campings (maar boerderijcampings geen probleem).
  • Drugs dealen en dumpen (2x genoemd).
  • De wolf (2x genoemd).
  • Hoogte van windmolens (2x genoemd; niet hoger dan nu).
  • Leefbaarheid op termijn.
  • Starterswoningen.
  • Voortbestaan/bestaansrecht agrarische sector.
  • Vergrijzing (2x genoemd).
  • Individualisme, ieder voor zich.
  • Verjonging van de buurt (2x genoemd).
  • Maak wonen voor jongeren bereikbaar.
  • Hoe kunnen we jongeren betrekken bij de buurtschap?
  • Staat van onderhoud van gemeentelijk groen (en er wordt groen gerooid en niets voor terug geplant).
  • Hoeveelheid water.
  • Waterbeheersing door grondeigenaren.
  • Geen extra windmolens.
  • Teruggang van landbouw.
  • Afvaldumping.
  • Leven en reuring in Dale.

Onderdeel 2: Over de belangrijkste onderwerpen naar de toekomst toe.

In onderdeel 2 werd gevraagd naar de onderwerpen (thema’s) in de leefomgeving die de deelnemers naar de toekomst toe het belangrijkst vinden voor Dale of voor Aalten als geheel. Verzocht werd om op een lijst met 24 onderwerpen in de leefomgeving (variërend van geluid, water e.d. tot en met bouwen, infrastructuur, landbouw en natuur) een eigen top 3 aan te geven. De uitkomsten waren als volgt:

Tafel 1: (het vaakst werden genoemd, in volgorde):

  1. Klimaatadaptatie (4x).
  2. Landschappelijke kwaliteit en waarden (4x).
  3. Ruimtelijke ordening (4x).
  4. Woningbouw en bebouwing (3x).
  5. Natuur en biodiversiteit (2x).
  6. Energievoorziening en duurzame energie (2x).

Tafel 2: (het vaakst werden genoemd, in volgorde):

  1. Landbouw (4x).
  2. Landschappelijke kwaliteit en waarden (4x).
  3. Sociale samenhang en meedoen (4x).
  4. Natuur en biodiversiteit (4x).
  5. Veiligheid / sociale veiligheid (2x).
  6. Vrijetijdseconomie en toerisme (2x). 

Tafel 3: (het vaakst werden genoemd, in volgorde): 

  1. Woningbouw en bebouwing (4x).
  2. Landschappelijke kwaliteit en waarden (4x).
  3. Maatschappelijke basisvoorzieningen (3x).
  4. Leefbaarheid en kwaliteit van leven (2x).
  5. Klimaatadaptatie (2x)

Onderdeel 3: Wat wel en niet gewenst naar de toekomst toe 

In onderdeel 3 ging het dus om de vraag hoe de deelnemers de gewenste leefomgeving in 2024 voor zich zien, en wat zij (op die lijn) wel en niet gewenste ontwikkelingen vinden naar de toekomst toe. De uitkomsten waren als volgt: 

 Tafel 1: 

Voor Aalten als geheel, gewenst:

  • Niets benoemd.

 Voor Aalten als geheel, ongewenst:

  • Niets benoemd.

 Specifiek voor deelgebied Dale, gewenst:

  • Waterbeheer: Dale ligt laag, waardoor wateroverlast en opvang bij droogte; is landschap hierop berekend?
  • Snelheidsbeperkende maatregelen nemen op doorgaande wegen.
  • Verkeersveiligheid: Op diverse wegen wordt te hard gereden. Met groei van directe omgeving: Hoe te stroomlijnen?
  • Veiligheid van wegen.
  • Landbouwgrond omzetten in …
  • Maatregelen ter bevordering van de leefbaarheid (2x genoemd).
  • Behouden van de natuurinrichting.
  • Behoud van het landschappelijke karakter.
  • Diversiteit van landschap behouden.
  • Natuur: Respect voor het gebied; Dale heeft prachtige natuur, dus wees er zuinig op.
  • Gebied toegankelijk houden met veel respect voor de natuur.
  • Prachtige diversiteit in de natuur waar iedereen (mens en dier) van kan genieten (ook goed voor het milieu).
  • Wapenen tegen natuurgeweld.
  • Meer diversiteit in aanplanting.
  • Behoud van inwoners/jeugd (huisvesting, woningbouw).
  • Huizen voor jong en oud.
  • Jongeren vasthouden in de buurt.
  • Woningbouw.
  • Woningsplitsing.
  • Tiny houses en ook voor senioren.
  • Seniorencomplex? (ook tegen vereenzaming).
  • Plek voor huizenbouw 70+.
  • Hoe kunnen we saamhorig leven? Overlegvormen onderling (gemeente/burger).
  • Beweegvriendelijkheid: Uitdagingen creëren om te bewegen.
  • Een leefbare omgeving.
  • Klimaatadaptatie: Regulering van nat en droog voor zover mogelijk / opvang van water in reservoirs.
  • Samenwerking met andere buurtschappen.

 Specifiek voor deelgebied Dale, ongewenst:

  • Geen (uitbreiding van) industrie (met name door energietransitie: windmolens, EOS) (2x genoemd).
  • Onveiligheid.
  • Geen nieuwe windmolens, batterijen e.d. erbij (vond iedereen aan deze tafel).
  • Geen uitbreiding/verplaatsing van het windmolenpark.
  • Geen zonnecollectoren op landbouwgrond.

Tafel 2: 

Voor Aalten als geheel, gewenst:

  • Fietsgelegenheid van Varsseveld naar Bredevoort v.v.
  • Betaalbare woningen voor jongvolwassenen.
  • Rood voor rood.
  • Meer aandacht voor cultuurhistorie.Meer groen/natuur.

Voor Aalten als geheel, ongewenst: 

  • Niets benoemd.

Specifiek voor deelgebied Dale, gewenst:

  • Meer aandacht voor cultuurhistorie.
  • Idem voor landschappelijke waarden.
  • Idem voor natuur en biodiversiteit.
  • Behoud van de natuur.
  • Behoud van zorg.
  • We worden allemaal ouder; daar ook goed voor zorgen.
  • Recreatie.
  • Aladnaweg verkeersluw (2x genoemd).
  • Fietspad langs Aladnaweg (2x genoemd).
  • Verkeersveiligheid algemeen.
  • Meer woningbouw of woningsplitsing (2x genoemd).
  • Mantelzorgwoningen.
  • Plek voor jongeren.
  • Starterswoningen voor jongeren.
  • Rood voor rood.
  • 1-erf-gedachte.
  • Minder vergrijzing.
  • Zorgen dat het verenigingsleven in stand blijft (2x genoemd).

Specifiek voor deelgebied Dale, ongewenst:

  • Sluipverkeer neemt toe.
  • Geen zonnevelden en industrie (2x genoemd).
  • Windmolens: niet hoger en groter (3x genoemd).
  • Geen zonnevelden (3x genoemd).
  • Geen megastallen (2x genoemd).
  • Geen industrie (vooral houden zoals het is) (2x genoemd).

Tafel 3:

Voor Aalten als geheel, gewenst: 

  • Niets benoemd. 

Voor Aalten als geheel, ongewenst: 

  • Niets benoemd. 

Specifiek voor deelgebied Dale, gewenst:

  • Fietspad langs Aladnaweg (4x genoemd).
  • Mogelijkheid om tiny houses bij te bouwen (2x genoemd).
  • Starterswoningen voor jongeren (2x genoemd).
  • Woningsplitsing.
  • Meer inzetten op groen.
  • Meer controle op drugs.
  • Meanderende beek in plaats van gekanaliseerd.
  • Meer bio-landbouw.
  • Behoud van coulissenlandschap.
  • Burenhulp.
  • Veilige oversteek voor kinderen op ringweg.
  • Starterswoningen voor jongeren.
  • Bestaande bebouwing hergebruiken.
  • Landschap houden zoals het is.
  • Buurtschapshuis behouden.
  • Zorg coöperatie Barlo-Dale.
  • Bestaande bebouwing bewoonbaar maken.
  • Seniorenwoningen.
  • Zorgvoorzieningen.

Specifiek voor deelgebied Dale, ongewenst:

  • Wolven.
  • Extreem hoge windmolens.
  • Onveilige overgangen ringweg.

Datum tweede gesprek

Het tweede gesprek in en over deelgebied Dale vindt plaats op dinsdag 26 november en vindt opnieuw plaats in ‘t Romienendal, 19.00-21.30 uur (inloop 18.45 uur). Dan gaan we in op specifieke keuzes die gemaakt moeten worden omdat we ook rekening hebben te houden met beleid van andere overheden, met wettelijke en financiële beperkingen, et cetera.

Graag tot dan!

Verslag tweede gespreksronde

Inleiding

De gemeente Aalten staat voor de opgave om samen met haar inwoners een nieuwe omgevingsvisie voor het hele grondgebied van de gemeente te maken. Dat doen we o.a. door gebiedsgericht in gesprek te gaan met onze inwoners en andere belanghebbenden over wat zij belangrijk vinden voor de toekomst van hun eigen leefomgeving.

Dit is het verslag van het tweede gesprek in en met deelgebied Dale. Aan het gesprek namen in totaal zo’n 30 inwoners deel. Het gesprek werd begeleid door 6 medewerkers van de gemeente Aalten.

Heeft u op- of aanmerkingen op dit verslag? Geef deze dan door via omgevingsvisie@aalten.nl. Wilt u nog wat meegeven voor de nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Aalten, gebruik dan ook dit e-mailadres.

Wat was de bedoeling van dit tweede gesprek?

In de eerste gespreksronde hebben we opgehaald (1) wat de inwoners typerend vinden aan het deelgebied in kwestie, (2) hebben we opgehaald welke leefomgevingsonderwerpen als belangrijk(st) worden gezien richting 2040 en (3) hebben we gevraagd naar wel en niet wenselijke ontwikkelingen richting 2040.

In de tweede gespreksronde hebben we vooral meningen opgehaald over vraagstukken die we hebben voorgelegd: Als we moeten kiezen tussen A of B, waar gaat de voorkeur van de inwoners dan naar uit en waarom?

Hoe was de opzet en indeling van dit tweede gesprek?

Het tweede gesprek bestond uit de volgende onderdelen:

  • Welkom in 2040: Bij binnenkomst kregen alle deelnemers een post-it met hun leeftijd in 2040 opgeplakt, gevolgd door een korte presentatie over hoe onze wereld er over 16 jaar mogelijk uitziet.
  • Vervolgens gaf de projectleider een toelichting op het hoe en waarom van de omgevingsvisie, wat de eerste gespreksronde heeft opgeleverd en wat de bedoeling is van de tweede ronde.
  • Daarna gingen de deelnemers in groepen met elkaar in gesprek over maximaal 5 vraagstukken: 

    1. Energievoorziening
    2. Klimaatverandering
    3. Wonen en zorg
    4. Bedrijvigheid in relatie tot rust en ruimte
    5. Landschap, biodiversiteit, waterkwaliteit

  • Plenaire afsluiting en doorkijk naar het vervolg.

Wat waren de uitkomsten van dit tweede gesprek?

Het gesprek over de (maximaal vijf) vraagstukken werd in 3 verschillende deelgroepen gevoerd, aan drie verschillende tafels, onder begeleiding van 1 of meerdere medewerkers van de gemeente. De uitkomsten van deze groepsgesprekken waren als volgt:

Vraagstuk energievoorziening

Aan de ene kant willen velen niet nog meer windmolens en liefst geen zonneparken, aan de andere kant neemt de energiebehoefte alleen maar toe, levert alleen isoleren en zon op daken te weinig op en willen we (landelijk) uiterlijk in 2030 energieneutraal zijn (d.w.z. zelf evenveel energie opwekken als verbruiken). De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: 
“Onze eigen energiebehoefte schuiven we niet af op een ander gebied”. Eens, of oneens?
De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1

  • Geen verdeel en heers (2x genoemd).
  • RES-gedachte moet van tafel.
  • Energievoorziening moet primair landelijk geregeld worden, daar waar energieopwekking het best rendeert.
  • Kijk ook naar kernenergie.
  • Landelijk beter nadenken over de beste plekken voor energieopwekking. Wind op zee, zon op daken, bedrijfshallen, overdekte parkeerplaatsen e.d.
  • Ook werk maken van opslag van energie (accu’s e.d.), en dan niet in het landschap, maar op industrieterreinen e.d.
  • Vooral kijken hoe we zelf de energie kunnen opwekken zonder al te zeer het landschap te ‘vervuilen’. Dus bijvoorbeeld op daken, plaatsen van kleine windmolens. Hiernaast ook een landelijke verantwoordelijkheid voor energievoorziening.
  • Eenieder is verantwoordelijk voor energievoorziening. Dat wil echter niet zeggen dat de huidige voorzieningen gewaarborgd moeten blijven. Wellicht andere energiebronnen die nog niet ontwikkeld zijn.
  • Dale moet verantwoordelijkheid blijven nemen voor de eigen energievoorziening.
  • S.v.p. geen NIMBY-gedrag! Afschuiven lost niets op. 
  • Kom met eigen initiatieven voordat er verplichtingen door de strot worden geduwd.
  • Bijdrage wordt door Dale reeds geleverd (zie de windmolens).
  • Geen versnippering over het land.
  • Netcongestie moet worden aangepakt. Infra goed regelen.
  • Meer gebruik maken van overtollige energie (vooral particulieren).
  • Landelijk regelen en alleen op huisniveau indien en voor zover mogelijk. En hoe dan ook rekening houden met het landschap.
  • Ook kijken naar nieuwe ontwikkelingen (waterstof e.d.) en beter gebruik van al bestaande mogelijkheden, zoals energie opwekken uit de Slingebeek.
  • Overheid moet helpen, mensen en bedrijven in staat stellen de gewenste maatregelen te treffen.

Tafel 2

  • Het streven moet zijn dat elk huishouden energieneutraal wordt. Elk huishouden moet in principe in zijn energiebehoefte voorzien.
  • Dit kunnen we in Dale zelf niet oplossen. Het begint met energie besparen, maar boerderijen isoleren is niet te betalen.
  • In de zomer wordt er veel stroom opgewekt, maar je kunt het niet opslaan. Batterijen zijn te duur.
  • Energiebedrijven berekenen nu forse terugleverkosten.
  • Er zijn geen subsidies meer om zakelijk te investeren in verduurzaming (park).
  • Wat nodig is zijn subsidies en mogelijkheden om energie op te slaan.
  • Verouderde zonnepanelen zijn moeilijk te recyclen.
  • Accu’s, warmtepompen, opslag.
  • Continuïteit van overheidsbeleid.

Tafel 3

  • Oneens: pas als het met panelen e.d. niet op te lossen is, dan proberen zelf neutraal te worden.
  • Eens: als de windmolens in Dale zijn afgeschreven, dan vervangen door nog veel grotere en hogere.
  • Gedeeltelijk eens: met zonnepanelen en de rest moet het door het Rijk opgelost kunnen worden.
  • Eens: eigen stroomvoorziening, en als je te veel gebruikt, dan naar je eigen verbruik kijken.
  • Geen kernenergie (dat is je kleinkinderen opzadelen met ons probleem).
  • Oneens: evenredig verdelen.
  • Oneens: kernenergie is de oplossing; geen windmolens, zonneparken e.d.
  • Panelen, accu’s, aardwarmte.
  • In 2040 eigen opslag, moet rendabel zijn.
  • Laat mensen meedelen in opbrengst van windmolens e.d.

Vraagstuk klimaatverandering

Door het veranderende klimaat krijgen we te maken met steeds meer weersextremen: vaker periodes van extreme droogte/hitte, vaker periodes van wateroverlast. De keuze die op deze lijn werd voorgelegd, was als volgt: 
“A. We passen ons grondgebruik aan op het veranderende klimaat (zoals landbouw en woningen bijvoorbeeld op hoge droge essen en de zeer natte gronden geven we terug aan de natuur) of B. We zetten alles op alles om het huidige gebruik van gronden te behouden en beschermen, bijvoorbeeld met afwateren, dijken ophogen, droogpompen, beregenen e.d.” 
De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1

  • Niet behandeld.

Tafel 2

  • Als je nieuw bouwt, bouw dan hoger. 
  • Zorg voor flexibele afwatering, zodat het water snel weg kan. 
  • Zorg ervoor dat de gronden voldoende water kunnen opnemen. 
  • Sloten goed onderhouden. Delen van sloten worden niet goed onderhouden, waardoor het water niet doorstroomt.
  • Water vasthouden en bergen. Wateropslag voor droge perioden. Daar is wel ruimte voor nodig.
  • Regentonnen bij particuliere woningen.
  • De natuur gewoon zijn gang laten gaan. We proberen steeds oplossingen te bedenken voor problemen die we zelf creëren.
  • We verspillen te veel energie. Dat is een deel van de oorzaak van het klimaatprobleem.

Tafel 3

  • Huidige gebruik handhaven in verband met voedselzekerheid.
  • B, want anders houden we ons zelf niet meer aan het eten.
  • Dale kan niet het verschil maken.
  • Bouwen alleen nog op hoger gelegen gedeelten.
  • Zelf je gezond verstand gebruiken (sproeien bij droogte).
  • Niet te veel willen.
  • Waterbeheer, watersysteem.
  • Voorlichting.

Vraagstuk wonen en zorg

Veel jongeren komen moeilijk of niet aan passende en betaalbare woningen. Senioren willen wel doorstromen, maar waar naartoe? Als voor die doorstroming seniorenwoningen moeten worden gebouwd, waar zetten we die dan bij voorkeur neer? Zoveel mogelijk in de eigen directe leefomgeving? Of zoveel mogelijk in de buurt van voorzieningen waar ouderen op late(re) leeftijd veelal op zijn aangewezen? De vraag/keuze die we op deze lijn hebben voorgelegd, luidde als volgt: “A. Brengen we ouderen zoveel mogelijk richting voorzieningen? Of B. Brengen we voorzieningen zoveel mogelijk richting ouderen, zodat ze zo lang mogelijk kunnen blijven wonen waar ze wonen (bijvoorbeeld door woningsplitsing makkelijker te maken, generatie-erven, regelen van goed vervoer et cetera)”.
De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1

  • Ouderen zo lang mogelijk in hun eigen omgeving houden.
  • Kleinschalige woongroepen in de buurtschappen combineren met kinderopvang e.d.
  • Geen verplichtingen opleggen aan ouderen. Het woord “moeten” is al verkeerd.
  • Zorg voor aantrekkelijke “ouderenhotels” waarin het voor ouderen fijn wonen is.
  • Blijven inzetten op zelfredzaamheid, maar wel met een vangnet voor wie zich niet meer (kan) redden. Ook waken voor eenzaamheid.
  • Voorzieningen zoveel mogelijk naar de ouderen brengen.
  • Zo lang mogelijk op de plek waar je graag woont en leeft, mits dat kan.
  • Kijk naar samenwonen op erven, met kinderen of anderen, van dezelfde leeftijd of juist niet.
  • Waken voor eenzaamheid. Anders toch (kunnen) verhuizen naar een plek met meer mensen.
  • Dale heeft geen kern en geen centrumfunctie voor voorzieningen. Dale zal dus zorg naar de ouderen moeten (blijven) brengen. Daar moet dus in geïnvesteerd worden.
  • Gezondheidszorg bij goede vitaliteit op platteland houden via woningsplitsing op eigen erf e.d. (mantelzorg).
  • Keuze aan ouderen zelf laten.
  • Zo lang mogelijk blijven inzetten op zelfredzaamheid.
  • Verwachting is dat steeds meer boeren stoppen en dus boerderijen en erven beschikbaar komen voor woningsplitsing, generatie-erven e.d. Zowel jong als oud hierin onderbrengen.
  • Zoveel mogelijk regie in eigen hand van ouderen.
  • Splitsen van woningen (en jongeren bij betrekken).
  • Clustervormen, bijvoorbeeld woon-/zorg-boerderijen en -erven.
  • Community-gedachte, mix van jong en oud (en de overheid moet alle regels schrappen die dit verhinderen).
  • Ook meer inzetten op digitale mogelijkheden en ondersteuning.
  • Samenwonen op een plek die bij je past. Hoeft niet per se in de kern(en). Wel waken voor eenzaamheid.
  • Mensen vooral zelf laten kiezen, plus centraliseren van zorg, plus seniorenwoningen in de buurt van voorzieningen.
  • Geef ouderen de eigen keuze, maar zorg wel voor mogelijkheid van doorstroming, bijvoorbeeld richting zorghotels e.d.

Tafel 2

  • Het is op zichzelf een mooi idee om als buurtschap iets te kunnen betekenen voor anderen, maar er moet ook tijd voor zijn.
  • We moeten meer zelf opvangen, want in de toekomst is er te weinig zorgpersoneel.
  • Je wilt graag dat je ouders de zorg krijgen die ze verdienen. Het liefst in de buurtschap zelf, maar dat kan maar tot op zekere hoogte.
  • Mevrouw die verpleegkundige is geweest bij Sensire heeft veel eenzaamheid gezien bij ouderen in het buitengebied (schrijnende situaties). Familie wil wel mantelzorgen, maar de belasting is vaak te groot.
  • Jongeren blijven niet in Dale hangen. Daardoor is de binding met de buurtschap weg. Er is geen school meer in Dale. Jongeren kennen elkaar daardoor niet meer. Elkaar één keer per jaar ontmoeten tijdens de Oranjefeesten is niet voldoende voor de binding.
  • Er zijn te weinig geschikte woningen om als oudere met een zorgbehoefte in de buurtschap te blijven wonen.

Tafel 3

  • B, voorzieningen naar ouderen brengen; samen zijn we sterk.
  • Zolang als het kan: thuis blijven wonen, anders verhuizen naar het dorp; zorgrobots e.d. zijn een lapmiddel.
  • Ouderen zoveel mogelijk richting voorzieningen verhuizen, anders wordt het onbetaalbaar.
  • Liever levensloopwoningen dan tiny houses; en maak dit makkelijker te realiseren, zodat de jeugd kan doorgroeien en ouderen op eigen erf.
  • De thuiszorg moet uitgebreid worden.
  • We hebben zelf een zorgcoöperatie Barlo-Dale; deze uitbreiden met ondersteuning van de gemeente.

Vraagstuk bedrijvigheid in relatie tot rust en ruimte

Bedrijvigheid is belangrijk voor leefbaarheid, maar bedrijvigheid (waaronder toerisme) gaat soms ook ten koste van de rust en de ruimte die juist zo kenmerkend zijn voor o.a. de Achterhoek en waar ook veel Aaltenaren zo zuinig op (willen) zijn. De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: “Om de werkgelegenheid en de werkgelegenheid te vergroten moeten we meer ruimte geven aan bedrijvigheid, ook als dit ten koste gaat van rust, ruimte en (verkeers)veiligheid. Eens, of oneens?” 
De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1

  • Niet behandeld.

Tafel 2

  • Niet behandeld.

Tafel 3

  • Eens, en vrij baan voor landbouw en veehouderij in het buitengebied.
  • Agrarische bedrijven verdwijnen; wat willen we daarvoor in de plaats?
  • Bedrijvigheid is belangrijk, maar wel rekening houden met leefbaarheid.
  • Ook het verenigingsleven is belangrijk.
  • Oneens, want rust, ruimte en veiligheid zijn belangrijker dan bedrijvigheid.
  • Eens, maar ook leefbaarheid voor de jeugd.
  • Werkgelegenheid: willen we dat nog meer? En zo ja, wat voor werkgelegenheid dan?
  • Inzetten op bedrijvigheid passend in het landschap.
  • Bedrijvigheid zoveel mogelijk in bestaande gebouwen.
  • Eens, want ook van belang voor de leefbaarheid, maar dan meteen ook maatregelen nemen voor de rust en de veiligheid.
  • In omgevingsplan zorgen voor beperkingen, plus stroken herstellen, voedselbos e.d.

Vraagstuk landschap, biodiversiteit en waterkwaliteit

In de eerste gespreksronde over de omgevingsvisie is vaak uitgesproken dat het landschap moet worden behouden zoals het is. Tegelijkertijd staat het landschap onder druk en gaat het zelfs achteruit. Zie bijvoorbeeld de biodiversiteit, de waterkwaliteit maar ook beuken die afsterven door te natte grond, sloten waar voor een flink deel al geen leven meer in zit, et cetera. Kortom, “behouden zoals het is” lijkt niet voldoende. De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: 
“We moeten investeren in onderhoud van ons landschap en landschapselementen toevoegen (zoals houtwallen, sloten, wandelpaden, bomen, struwelen e.d.) en overschakelen op natuurinclusieve landbouw om ons landschap te behouden, de biodiversiteit te bevorderen en de waterkwaliteit te verbeteren. Eens, of oneens?”

N.B.: Omdat velen het al vrij snel eens waren met deze stelling, is aan sommige tafels de aanvullende vraag gesteld welke investeringen in het landschap als eerste gedaan moeten worden.

De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1

  • Er zijn gebieden die meer aandacht behoeven dan Dale.
  • Creëren van natuurlijke opvang van water.
  • Biodiversiteit aanpassen aan veranderend klimaat, dus aanplanting moet richting toekomst anders.
  • Meer bomen, meer diversiteit aan planten en struiken.
  • Beter inspelen op klimaatverandering.
  • Landbouwgronden van boeren die stoppen teruggeven aan de natuur.
  • Natuurverplichtingen opleggen bij nieuwbouwprojecten.
  • Nationaal park Dale.
  • Voorkomen van schaalvergroting.
  • Verbieden van gif (2x genoemd). Boeren hierin helpen en voorlichten.
  • Herstel van oude landschapselementen.
  • Maak watergangen natuurlijker (geen rechte diepe sloten) (2x genoemd).
  • Natuurgebieden uitbreiden (zie ’t Goor en zie Vennebulten).
  • Ook gebieden afsluiten voor recreatie. Hierbij hoort waterbeheer (vasthouden).
  • Uitgangspunt is dat Dale een prachtig gebied is en dat moet zo blijven.
  •  Bodemkwaliteit verbeteren.
  • Geen monocultuur (mais, raaigras e.d.).
  • Gebruik van gezonde mest e.d.
  • Investeren in waterbeheer/watersysteem.
  • Minder bomen kappen.
  • Overheid moet zorgen voor een eerlijker speelveld: Producten uit het buitenland hoeven aan veel minder eisen te voldoen.

Tafel 2

  • Niet behandeld.

Tafel 3

  • Wallen, sloten et cetera beter onderhouden.
  • Geen mountainbikers met groot licht, want daardoor geen rust voor de dieren.
  • Geen extra mountainbike-paden.
  • Creëer rustgebieden zonder paarden en sport.
  • Eens, maar wel graag in evenredigheid.
  • Eens, alleen niet meer wandel- en fietsroutes, anders geen rust in de natuur.
  • Er zijn voldoende wandelpaden; nog meer gaat ten koste van de landbouw en veeteelt.
  • Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken.
  • Medicijnen niet wegspoelen, maar inleveren.
  • Bewuster zijn op eigen terrein.
  • Water opvangen voor toilet bijvoorbeeld.
  • Gemeente moet informeren, motiveren, faciliteren.

Hoe nu verder?

Na de tweede gespreksronde gaan we alle input (inclusief beleid van andere overheden e.d.) omschrijven naar één integrale, samenhangende en zo concreet mogelijke concept/voorstel omgevingsvisie, waarin voor Aalten als geheel maar ook voor de afzonderlijke deelgebieden staat aangegeven wat richting 2040 de wel en niet gewenste ontwikkelingen zijn en (op hoofdlijnen) hoe we de gewenste leefomgeving in 2040 willen gaan realiseren. Met dit concept/voorstel komen we in een derde en laatste ronde eerst nog terug bij de deelgebieden, met de vraag: Wat vinden jullie ervan? Pas daarna gaan we met de concept-omgevingsvisie richting gemeenteraad.

NB: Deze derde en laatste gespreksronde over de omgevingsvisie wordt NIET maart 2025, maar wat later in het voorjaar! U krijgt daar op een later moment nog bericht over.