Overzicht van de gespreksverslagen gehouden in de Aaltense Heurne. 

Verslag eerste gespreksronde

Inleiding

Dit is het verslag van de eerste gespreksronde over de omgevingsvisie in deelgebied Aaltense Heurne. Aan het gesprek namen in totaal 33 inwoners deel. Het gesprek werd begeleid door vier medewerkers van de gemeente Aalten. De deelnemers hebben toestemming gegeven voor het maken van foto’s en deze te gebruiken voor het verslag en plaatsing op de website van gemeente Aalten.

Heeft u op- of aanmerkingen op dit verslag, of wilt u nog wat meegeven voor de nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Aalten? Mail dit dan naar omgevingsvisie@aalten.nl.

Hoe was de opzet en indeling van dit eerste gesprek?

Dit eerste gesprek bestond uit drie onderdelen:

  1. een kort gesprek over dat wat het deelgebied (in dit geval: Aaltense Heurne) uniek maakt, anders maakt dan andere gebieden, en wat hierin aandachtspunten zijn naar de toekomst toe;
  2. een kort gesprek over onderwerpen (thema’s) in de leefomgeving die de deelnemers naar de toekomst toe het belangrijkst vinden voor het eigen deelgebied of voor Aalten als geheel (top 3);
  3. een wat langer gesprek over hoe de deelnemers de gewenste leefomgeving in 2024 voor zich zien, en wat zij (op die lijn) wel en niet gewenste ontwikkelingen vinden naar de toekomst toe.

Het gesprek werd in drie verschillende deelgroepen gevoerd, aan drie verschillende tafels, onder begeleiding van één medewerker van de gemeente.

Wat waren de uitkomsten van dit eerste gesprek? 

Hieronder staan per onderdeel de uitkomsten van dit eerste gesprek. Van deze uitkomsten zijn op de avond zelf ook foto’s gemaakt. Die kunt u vinden op www.aalten.nl/omgevingsvisie onder de knop “kalender, agenda’s en verslagen”. 

Onderdeel 1: Over het deelgebied zelf 

In onderdeel 1 ging het dus om de vraag wat het deelgebied Aaltense Heurne uniek maakt, anders maakt dan andere gebieden, en wat hierin aandachtspunten zijn. Hierover is het volgende gezegd: 

Tafel 1:

  • Kleinschalig, weinig agrarische bedrijven, ontbreken duidelijke kern. 
  • Sociale samenhang, rust, natuur, landbouw.
  • Kleinschalig karakter, zandwegen, coulissenlandschap, rust.
  • Sociale samenhang en meedoen, landschappelijke kwaliteit en waarden, landbouw.
  • Landelijk, natuur, rustgebied, ruimte: dit moet zo blijven.
  • Prachtig coulissenlandschap, veel afwisseling in bebouwing (landelijk en huizen).
  • Rust, mentaliteit, landschap, geen horizonvervuiling.
  • Klein buurtschap, naoberschap, met en voor elkaar.
  • Mooie ligging t.o.v. Duits achterland, mooi landelijk gebied met mooie bomenlanen.
  • Diverse activiteiten: agrarisch, natuur, toerisme: dit kan samengaan.
  • Mooie boerderijen, qua bebouwing en gebouwen, mogelijkheden om uit te bouwen.
  • Landelijk gebied grenzend aan Duitsland, goede bereikbaarheid, fijn om er te wonen.

 Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Aaltense Heurne naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Relatief oudere inwoners, dunne bevolking, vergrijzing.
  • Veel verkeersstroom, weinig verkeersremmende maatregelen.
  • Veel dieren (paarden, schapen, koeien).
  • Vergrijzing, jonge mensen trekken weg.
  • Verkeersveiligheid – geen aandacht hiervoor.

Tafel 2: 

  • Mooi wandel- en fietsgebied, vooral ook voor toeristen.
  • Geschiedenis: Hoe Aaltense Heurne is ontstaan.
  • Grenst aan Duitsland (2x genoemd).
  • Heurns feest.
  • Naoberschap.
  • Saamhorigheid.
  • Sociale contacten.
  • Nieuwe inwoners horen erbij.
  • Hoogteverschillen landschap.
  • Verschillende gewassen.  

 Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Aaltense Heurne naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Niets benoemd.  

Tafel 3:

  • Landschap, unieke natuur (4x genoemd).
  • Landelijk.
  • Kleinschaligheid.
  • Landbouw is kenmerkend.
  • Buurthuis (3x genoemd).
  • Onderlinge band.
  • Naoberschap (2x genoemd).
  • Iedereen welkom.
  • Vrijwilligers (2x genoemd).
  • Rust en ruimte (2x genoemd).
  • Boerderijen in bedrijf.
  • Weilanden, boerderijen.
  • Wegen en fietspaden.
  • Wandelpaden.
  • Tankstation en snackbar.
  • Bordjes bestemmingsverkeer.
  • Rode bosmieren en dassen.

Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Aaltense Heurne naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Zorgen over steeds meer burgerwoningen in Aaltense Heurne; dat belemmert de boeren.  
  • Ruimte nodig voor wonen en recreatie.
  • Niet meer particuliere woningen bouwen, want gaat ten koste van huidige karakteristiek.
  • Landbouw e.d. zo houden, want draagt zorg voor leefomgeving.
  • Onderhoud van het buitengebied (Wat doet de gemeente? Welk beleid?).
  • Belang van de natuur.
  • Beperkende regels.
  • Zorgen over uitbreiding bedrijventerrein (4x genoemd).
  • Klimaat, water.
  • Aandacht voor biodiversiteit.
  • Wegtrekkende jeugd.
  • Leefbaarheid; jonge gezinnen behouden.
  • Verjonging door versoepeling van wonen.
  • Vergrijzing.
  • Delen van erven.
  • Verkeersveiligheid.
  • Lawaaiig asfalt.
  • Motoren, oldtimers, fietsroutes.
  • Oversteek Wikkerinkweg – Bocholtsestraatweg.
  • Oversteek Hondorpweg – Hamelandroute.
  • Kiefteweg en 300 m weg steeds vaker gebruikt als route naar Winterswijk en bedrijventerrein(en).
  • Bosbeheer (2x genoemd).
  • Lichtvervuiling.
  • Recht van de sterkste (economisch).
  • Regels voor wonen (jeugd).
  • Geluidsnormen.
  • Geluidsnormen voor boerderijen te streng (horeca, sport, evenementen e.d. mogen meer).
  • Door toerisme meer druk en lawaai (2x genoemd).
  • Toerisme mag niet meer worden, te druk.

Tafel 4:

  • Landschap en natuur, buurtgebruik.
  • Kleinschaligheid landschap, sociaal, naoberschap, bevlogenheid buurthuis.
  • Landelijke uitstraling, mooi wandel- en fietsgebied. 
  • Landschap en wandelpaden.
  • Gevoel van autonomie, geaccidenteerd coulissenlandschap.
  • Grenst aan Duitsland, groene grensovergang, mooi landschap met houtwallen, rustig fietsen.
  • Door naoberschap respect voor mekaar, buurthuis is middenpunt van dit gebied, uitbreiding van grensactiviteiten.
  • Kleinschalig landschap, geen grootschalige bio-industrie, rust en ruimte.
  • Landschap, gemoedelijk en rust, mooie mix van landbouw en vrije tijd (recreatie en toerisme).
  • Hoogteverschillen.

Als aandachtspunten voor de kernkwaliteiten van Aaltense Heurne naar de toekomst toe zijn genoemd:

  • Geen zonneparken.
  • Geen industrie.  
  • Illegale oversteek Hamelandroute.

Onderdeel 2: Over de belangrijkste onderwerpen naar de toekomst toe 

In onderdeel 2 werd gevraagd naar de onderwerpen (thema’s) in de leefomgeving die de deelnemers aar de toekomst toe het belangrijkst vinden voor het eigen deelgebied of voor Aalten als geheel. Verzocht werd om op een lijst met 24 onderwerpen in de leefomgeving (variërend van geluid, water e.d. tot en met bouwen, infrastructuur, landbouw en natuur) een eigen top 3 aan te geven. De uitkomsten waren als volgt: 

Tafel 1: (het vaakst werden genoemd, in volgorde):

  1. Leefbaarheid, kwaliteit van leven, Landbouw, Woningbouw en bebouwing.
  2. Sociale samenhang en meedoen.
  3. Landschappelijke kwaliteit/-waarden, Natuur en biodiversiteit, Economie en werkgelegenheid.
  4. Ruimtelijke ordening,beweegvriendelijke omgeving, openbare ruimte en groen, mobiliteit en verkeersveiligheid.

 Tafel 2: (het vaakst werden genoemd, in volgorde):

  1. Ruimtelijke ordening (3x).
  2. Woningbouw en bebouwing (3x).   

Tafel 3: (het vaakst werden genoemd, in volgorde): 

  1. Landbouw (4x).
  2. Leefbaarheid en kwaliteit van leven (3x).
  3. Landschappelijke kwaliteit en waarden (3x).
  4. Sociale samenhang en meedoen (3x).
  5. Waterbeheer (3x).
  6. Natuur en biodiversiteit (2x).
  7. Woningbouw en bebouwing (2x). 

 Tafel 4 (het vaakst werden genoemd, in volgorde): 

  1. Landschappelijk kwaliteit/-waarden, Leefbaarheid/Kwaliteit van leven, Woningbouw/-bebouwing.
  2. Mobiliteit en verkeersveiligheid, Natuur en biodiversiteit, Gezondheid/zorg/vitaliteit.
  3. Duurzaamheid, Klimaatadaptatie, Milieu (geluid, geur/stank, luchtkwaliteit), energievoorziening en duurzame energie, Sociale samenhang en meedoen. 

 Onderdeel 3: Wat wel en niet gewenst naar de toekomst toe 

In onderdeel 3 ging het dus om de vraag hoe de deelnemers de gewenste leefomgeving in 2024 voor zich zien, en wat zij (op die lijn) wel en niet gewenste ontwikkelingen vinden naar de toekomst toe. De uitkomsten waren als volgt: 

Tafel 1: 

Voor Aalten als geheel, gewenst:

  • Niets benoemd. 

Voor Aalten als geheel, ongewenst:

  • Niets benoemd.

 Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, gewenst:

  • Levensloopwoningen, boerderijen splitsen in meerdere woonunits voor starters.
  • Betaalbare woningen.
  • Het landschappelijke karakter behouden.
  • Aanleunwoningen, hierdoor krijgt jeugd mogelijkheden.
  • Fietspaden breder (voorbeeld Bodendijk, Kiefteweg enz.).
  • Herbeplanting.
  • Landschap behouden.
  • Starters – seniorenwoningen – hofjes.
  • Activiteiten kleinschalig, passend bij de omgeving.
  • Zoals het nu is kan het blijven, kleine bebouwing op erven.
  • Aanplant natuur, bossen, meer wandelroutes, rust behouden.
  • Verkeersveiligheid.
  • Natuur laten groeien, landelijke stijl behouden, wandelen bevorderen d.m.v. paden.
  • Mantelwoningen toestaan.
  • Rustige uitstraling behouden, (zeer) kleinschalige bedrijvigheid/toerisme, meer zandwegen/paadjes.
  • Ondersteunen sociale initiatieven.
  • Soepeler omgaan met bewoning bestaande gebouwen (ouderen, jongeren) hofjes.

 Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, ongewenst:

  • Niet meer bedrijventerreinen, windmolens en zonneparken.
  • Niet teveel grootschalige activiteiten.
  • Geen zonneparken en windmolens.
  • Woningbouw buiten reeds bebouwde percelen (grootschalig).
  • Geen bedrijventerrein, grote windmolens.
  • Grootschalige woningbouw, industrie in de (Aaltense) Heurne, nieuwe grote wegen door Heurne.
  • Gedeeltelijk de niet-onderhouden bermen, veel te hoog groen bij wegen in de bochten slecht voor verkeersveiligheid.

Tafel 2:

Voor Aalten als geheel, gewenst:

  • Niets benoemd.

Voor Aalten als geheel, ongewenst: 

  • Niets benoemd. 

Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, gewenst:

  • Betaalbare nieuwbouw voor starters, o.a. bij het buurthuis, bij een te slopen stal.
  • VAB-locaties, daarvoor starters-/levensloopwoningen goedkoop terugbouwen. 

Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, ongewenst:

  • Sluipverkeer neemt toe.

Tafel 3:

Voor Aalten als geheel, gewenst:

  • Klimaatverandering maakt verandering van landinrichting noodzakelijk, bijvoorbeeld voor waterberging.

Voor Aalten als geheel, ongewenst:

  • Niets benoemd. 

Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, gewenst:

  • Behoud vitaliteit gebied.
  • Behoud Heurnsen Tref.  
  • Behouden van melkveebedrijven.
  • Meer verschillende gewassen (graan, mais, gras e.d.).
  • Unieke gebied zo houden; een landbouwomgeving met voldoende natuur.
  • Duurzame landbouw.
  • Meer kleinschalige landbouw en veeteelt.
  • Meer lokale economie.
  • Affiniteit met buurtschap maakt leefbaarheid groter.

 Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, ongewenst:

  • Gemiste kans: Brethouwerweg 2: woningbouw op kleinere kavels voor de lokale jongeren (starterswoningen).
  • Landbouw en wonen op gespannen voet met elkaar (stank, geluid e.d.)
  • Kippen (intensief).
  • Zorg om hoeveel mensen nog voedsel produceren juist voor Nederland.
  • Nog maar twee melkveehouders.
  • Ontwikkeling van veeteelt naar akkerbouw past niet in Aaltense Heurne (= grond = zandgrond is niet geschikt).
  • Inmiddels meer dan genoeg toerisme.
  • Beplanting Hamelandroute (voor verkeersveiligheid op ventweg; verschil is nu nauwelijks te zien).

Tafel 4:

Voor Aalten als geheel, gewenst: 

  • Niets benoemd.

Voor Aalten als geheel, ongewenst: 

  • Niets benoemd.

Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, gewenst:

  • Kleinschaligheid waarborgen.
  • Duurzame energie op huishoudbasis.
  • Waterbeheer tegen verdroging.
  • Authenticiteit behouden.
  • Boeren compenseren voor aanleg en onderhoud houtwallen e.d. 
  • Initiatief voor woningbouw op eigen erf tegemoetkomen, splitsing/bouwen op eigen erf, voor jongeren/betaalbaar e.d. (8x genoemd).
  • Aandacht houden voor oorspronkelijk landschap.
  • Zonnepanelen op daken, niet op landbouwgrond.
  • Verkeersveiligheid richting Aalten verbeteren (oversteek Wikkerinkweg).
  • Bebouwing passend in omgeving, geen landhuizen.
  • Veilige oversteek vanuit gebied Oost over Hamelandroute, en ventweg Wikkerinkweg beplanting/ overzichtelijkheid. Oversteek legaliseren Hamelandroute – Brethouwerweg, Grote landbouwvoertuigen op ventweg is gevaarlijk voor fietsers (verbeteren).
  • Geen nieuwe woonkern.
  • Meer akkerranden en houtsingels.
  • Hamalandroute – Grens 50 km per uur!
  • Hamalandroute provincie – oversteken voor kinderen is gevaarlijk.

 Specifiek voor deelgebied Aaltense Heurne, ongewenst:

  • Geen grote recreatie, geen uitbreiding recreatiepark.
  • Geen industrie langs Hamelandroute, geen uitbreiding bedrijventerrein, industrie (5x).

 Datum tweede gesprek

Het tweede gesprek in en over deelgebied Aaltense Heurne vindt plaats op vrijdag 22 november in D’n Heurnsen Tref (19.00-21.30 uur). Dan gaan we in op specifieke keuzes die gemaakt moeten worden omdat we ook rekening hebben te houden met beleid van andere overheden, met wettelijke en financiële beperkingen, et cetera.

Graag tot dan!

Verslag tweede gespreksronde

Verslag 2e gespreksronde omgevingsvisie deelgebied Aaltense Heurne

  • Datum     :  22 november 2024
  • Tijdstip    :  19.00-21.30 uur
  • Plaats     :    D’n Heurnsen Tref, Aaltense Heurne, Aalten

Inleiding

De gemeente Aalten staat voor de opgave om samen met haar inwoners een nieuwe omgevingsvisie voor het hele grondgebied van de gemeente te maken. Dat doen we o.a. door gebiedsgericht in gesprek te gaan met onze inwoners en andere belanghebbenden over wat zij belangrijk vinden voor de toekomst van hun eigen leefomgeving.

Dit is het verslag van het tweede gesprek in en met deelgebied Aaltense Heurne. Aan het gesprek namen in totaal zo’n 15 inwoners deel. Het gesprek werd begeleid door 4 medewerkers van de gemeente Aalten.

Heeft u op- of aanmerkingen op dit verslag? Geef deze dan door via omgevingsvisie@aalten.nl
Wilt u nog wat meegeven voor de nieuwe omgevingsvisie van de gemeente Aalten, gebruik dan ook dit e-mailadres.

Voor meer informatie

 Zie www.aalten.nl/omgevingsvisie. Alle verslagen van alle gevoerde gesprekken (ook in andere deelgebieden) kunt u daar vinden.

Wat was de bedoeling van dit tweede gesprek?

In de eerste gespreksronde hebben we opgehaald (1) wat de inwoners typerend vinden aan het deelgebied in kwestie, (2) hebben we opgehaald welke leefomgevingsonderwerpen als belangrijk(st) worden gezien richting 2040 en (3) hebben we gevraagd naar wel en niet wenselijke ontwikkelingen richting 2040.

In de tweede gespreksronde hebben we vooral meningen opgehaald over vraagstukken die we hebben voorgelegd: Als we moeten kiezen tussen A of B, waar gaat de voorkeur van de inwoners dan naar uit en waarom?

Hoe was de opzet en indeling van dit tweede gesprek?

Het tweede gesprek bestond uit de volgende onderdelen:

  • Welkom in 2040: Bij binnenkomst kregen alle deelnemers een post-it met hun leeftijd in 2040 opgeplakt, gevolgd door een korte presentatie over hoe onze wereld er over 16 jaar mogelijk uitziet.
  • Vervolgens gaf de projectleider een toelichting op het hoe en waarom van de omgevingsvisie, wat de eerste gespreksronde heeft opgeleverd en wat de bedoeling is van de tweede ronde.
  • Als opwarmertje voor de gespreken kregen de deelnemers vervolgens een aantal prikkelende stellingen voorgelegd.
  • Daarna gingen de deelnemers in groepen met elkaar in gesprek over maximaal 5 vraagstukken: 
    1. Energievoorziening
    2. Klimaatverandering
    3. Wonen en zorg
    4. Bedrijvigheid in relatie tot rust en ruimte
    5. Landschap, biodiversiteit, waterkwaliteit
  • Plenaire afsluiting en doorkijk naar het vervolg.

Wat waren de uitkomsten van dit tweede gesprek?

Het gesprek over de (maximaal vijf) vraagstukken werd in 2 verschillende deelgroepen gevoerd, aan 2 verschillende tafels, onder begeleiding per tafel van 2 medewerkers van de gemeente. De uitkomsten van deze groepsgesprekken waren als volgt:

Vraagstuk energievoorziening

Aan de ene kant willen velen niet nog meer windmolens en liefst geen zonneparken, aan de andere kant neemt de energiebehoefte alleen maar toe, levert alleen isoleren en zon op daken te weinig op en willen we (landelijk) uiterlijk in 2030 energieneutraal zijn (d.w.z. zelf evenveel energie opwekken als verbruiken). De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: 
“Onze eigen energiebehoefte schuiven we niet af op een ander gebied”. Eens of oneens? 

De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1
  • Eens, want als wij dit in Aalten zelf niet kunnen, hoe zou een stad dit dan ooit kunnen?
  • Eens, maximale bijdrage leveren binnen de mogelijkheden.
  • Oneens, landelijk oplossen; windmolens bijvoorbeeld daar waar wind is.
  • Oneens, infrastructuur is al landelijk, zelfs Europees; eerst beter gebruik maken van wat er al is.
  • Eens, waarbij gedrag over verbruik ook discussie moet zijn.
  • Oneens, landelijk regelen (kernenergie?); buurtschappen zijn te klein, structuur nog niet goed.
  • Eens, enerzijds door minder te verbruiken, anderzijds door te investeren in duurzame oplossingen.
  • Oneens, landelijk regelen.
  • Inregelen als collectieve voorziening, niet meer aan de markt laten; veel te ver doorgeschoten!
  • Eens, energieneutraal zelf regelen, eigen gedrag/verantwoordelijkheid.
  • Overheid/gemeente moet informeren, stimuleren, faciliteren, en zelf ook het goede voorbeeld geven, plus goed gedrag belonen.
Tafel 2
  • Eens, plaats 1 of 2 grote windmolens en klaar!
  • Eens, zelf oplossen met windmolens.
  • Eens, maar dan wel zorgen voor opslag van energie, zodat we in de winter kunnen verbruiken wat we in de zomer opwekken (en eventueel andersom).
  • Oneens, de overheid moet dit landelijk regelen; eigen gebruik kan nog onvoldoende goed geregeld worden.
  • Eens, als principe, maar overheid moet wel stimuleren, faciliteren, netwerk op orde brengen e.d.
  • Eens, waarbij de overheid wel de helpende hand moet bieden.
  • Ook denken aan waterstof in plaats van gas.
  • Overheid/gemeente moet zorgen dat het ook financieel aantrekkelijk is om zelfvoorzienend te (willen) zijn; zie bijvoorbeeld het schrappen van de salderingsregeling.
  • Wie er last van heeft, moet er ook baat van kunnen hebben.
  • Er staan al grote windmolens vlak over de grens, dus wellicht daar nog een paar bijplaatsen en er samen profijt van hebben.

Vraagstuk klimaatverandering

Door het veranderende klimaat krijgen we te maken met steeds meer weers-extremen: vaker periodes van extreme droogte/hitte, vaker periodes van wateroverlast. De keuze die op deze lijn werd voorgelegd, was als volgt: 
“A. We passen ons grondgebruik aan op het veranderende klimaat (zoals landbouw en woningen bijvoorbeeld op hoge droge essen en de zeer natte gronden geven we terug aan de natuur) of B. We zetten alles op alles om het huidige gebruik van gronden te behouden en beschermen, bijvoorbeeld met afwateren, dijken ophogen, droogpompen, beregenen e.d.” 

De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1
  • Niet meer aan toegekomen.
Tafel 2
  • A, we passen ons aan (en doen we al).
  • B, huidig grondgebruik beschermen.
  • B, techniek helpt ons op weg naar de toekomst.
  • A, want uiteindelijk goedkoper en meer natuurlijk; maar geen excuus voor overheid om niks te doen
  • B, klimaatbestendige beplanting, water moet ingeval van nood wel weg kunnen, plus water zo lang mogelijk vasthouden.
  • A, wel wat aanpassen aan klimaatverandering.
  • Overheid/gemeente moet wel de ruimte bieden om zelf maatregelen te treffen.

Vraagstuk wonen en zorg

Veel jongeren komen moeilijk of niet aan passende en betaalbare woningen. Senioren willen wel doorstromen, maar waar naartoe? Als voor die doorstroming seniorenwoningen moeten worden gebouwd, waar zetten we die dan bij voorkeur neer? Zoveel mogelijk in de eigen directe leefomgeving? Of zoveel mogelijk in de buurt van voorzieningen waar ouderen op late(re) leeftijd veelal op zijn aangewezen? De vraag/keuze die we op deze lijn hebben voorgelegd, luidde als volgt: “A. Brengen we ouderen zoveel mogelijk richting voorzieningen? Of B. Brengen we voorzieningen zoveel mogelijk richting ouderen, zodat ze zolang mogelijk kunnen blijven wonen waar ze wonen (bijvoorbeeld door woningsplitsing makkelijker te maken, generatie-erven, regelen van goed vervoer et cetera)”. 

De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1
  • Mantelzorgwoningen en generatie-erven mogelijk maken.
  • Gemeenschappen zijn veerkrachtig; kunnen veel opvangen en zelf organiseren.
  • Mix van jong en oud blijft belangrijk.
  • B, gebeurt bijvoorbeeld al in Mariënvelde; als gemeenschap zorgen voor; voorzieningen worden namelijk steeds onbetaalbaarder.
  • Ook op het platteland.
  • Meer kleinere woningen creëren, goed voor de doorstroming.
  • B, jong en oud bij elkaar laten wonen (maar misschien denken jonge mensen hier anders over).
  • B, woningsplitsing, andere woonvormen, welzijn en welbevinden zijn van belang.
  • Tips voor overheid/gemeente: Flexibeler worden, niet meer denken vanuit het huidige, want juist dat maakt het te log/bureaucratisch; kijk naar 2040 en wat er dan kan en is, bijvoorbeeld zelfrijdende voertuigen die ouderen naar zorgvoorzieningen brengen.
  • En de privatisering is veel te ver doorgeschoten!
Tafel 2
  • B, want ouderen blijven het liefst zo lang mogelijk in hun eigen omgeving.
  • B, maar dan wel in combinatie met geclusterde seniorenwoningen elders in de buurtschap.
  • B, want ouderen blijven het liefst waar ze zijn (2x genoemd).
  • In ieder geval niet verplichten te verkassen naar woningen elders.
  • B, want geeft ruimte aan “eigenaarschap” (zelf verantwoordelijk); spreekt mij persoonlijk het meest aan.
  • Overheid/gemeente moet obstakels/belemmerende regels wegnemen.
  • A, maar dan moet er inderdaad wel aanbod zijn in de grotere kernen.
  • B, en jongere generaties de mogelijkheid bieden om te kunnen wonen op het platteland; geeft uiteindelijk een betere leefbaarheid, meer actie, meer leven in de brouwerij.
  • Met een betere mix van jong en oud ook grotere kans op mantelzorg.
  • Als woningen beschikbaar komen omdat ouderen verkassen, hoe zorgen we dan dat deze terecht komen bij degenen die we dat graag gunnen, in plaats van bij rijke westerlingen?

Vraagstuk bedrijvigheid in relatie tot rust en ruimte

Bedrijvigheid is belangrijk voor leefbaarheid, maar bedrijvigheid (waaronder toerisme) gaat soms ook ten koste van de rust en de ruimte die juist zo kenmerkend zijn voor o.a. de Achterhoek en waar ook veel Aaltenaren zo zuinig op (willen) zijn. De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: “Om de werkgelegenheid en de werkgelegenheid te vergroten moeten we meer ruimte geven aan bedrijvigheid, ook als dit ten koste gaat van rust, ruimte en (verkeers)veiligheid. Eens, of oneens?”
De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1
  • Het gaat niet alleen om welvaart, maar ook om welzijn.
  • Liever geen toerismebevorderend beleid.
  • Niet nog meer toerisme; er zijn grenzen aan wat ons milieu aankan.
  • Bedrijvigheid wel belangrijk om jeugd te behouden.
Tafel 2
  • Niet meer aan toegekomen.

Vraagstuk landschap, biodiversiteit en waterkwaliteit

In de eerste gespreksronde over de omgevingsvisie is vaak uitgesproken dat het landschap moet worden behouden zoals het is. Tegelijkertijd staat het landschap onder druk en gaat het zelfs achteruit. Zie bijvoorbeeld de biodiversiteit, de waterkwaliteit maar ook beuken die afsterven door te natte grond, sloten waar voor een flink deel al geen leven meer in zit, et cetera. Kortom, “behouden zoals het is” lijkt niet voldoende. De stelling die op deze lijn werd voorgelegd, luidde als volgt: 
“We moeten investeren in onderhoud van ons landschap en landschapselementen toevoegen (zoals houtwallen, sloten, wandelpaden, bomen, struwelen e.d.) en overschakelen op natuurinclusieve landbouw om ons landschap te behouden, de biodiversiteit te bevorderen en de waterkwaliteit te verbeteren. Eens, of oneens?”

N.B.: Omdat velen het al vrij snel eens waren met deze stelling, is aan sommige tafels de aanvullende vraag gesteld welke investeringen in het landschap als eerste gedaan moeten worden.

De antwoorden waren als volgt:

Tafel 1
  • Geen komkommers willen eten in de winter!
  • In het huidige systeem moeten boeren wel grootschalig om nog wat te verdienen; dat verandert alleen als we bereid zijn meer te betalen voor ons voedsel.
  • Aan de Duitse kans van de grens is veel meer biodiversiteit, veel meer wild e.d. Dat komt door minder intensieve landbouw, maar ook meer houtwallen e.d.
  • Geen monoteelt meer op grote schaal.
  • Minder gif (2x genoemd).
  • Meer betalen voor voedsel.
  • Vrije natuurgebieden, d.w.z. gebieden (de natuur) hun gang laten gaan, niet meer mee bemoeien.
  • Investeren in biodiversiteit en waterkwaliteit.
  • Stimuleren van gebruik van verschillende gewassen en kleinschaligheid.
  • Beginnen met ruimte en voorzieningen voor kleine beestjes, zoals bijen e.d. en van daaruit verder werken naar grotere dieren en planten.
  • Overheid/gemeente moet stoppen met korte-termijn-zwalkend beleid, maar vasthouden aan één visie voor de lange(re) termijn.
  • En elke keer zijn de potjes weer op …
Tafel 2
  • Eens, samenwerken en andere verdienmodellen.
  • Oneens, dat eigenaar het zelf/alleen moet doen (wat betalen andere inwoners mee?)
  • Eens, waarbij de overheid de sturende factor moet zijn: Wat wordt er (bijvoorbeeld) wel en niet gekapt (bomen)? Wat wordt er wel/niet gezaaid voor de bijen?
  • Eens, er is trouwens al erg veel mogelijk; je moet het vooral zien en willen.
  • Eens, maar hoe meer partijen meedoen in het onderhoud, hoe lastiger het is om een plan te maken.
  • Lastig om over andermans grond te beslissen; agrariërs bijvoorbeeld moeten er ook aan kunnen verdienen.
  • Onderhoud van bossen door Staatsbosbeheer gaat veel te grof en lijkt puur voor het geld.

Hoe nu verder?

Na de tweede gespreksronde gaan we alle input (inclusief beleid van andere overheden e.d.) omschrijven naar één integrale, samenhangende en zo concreet mogelijke concept/voorstel omgevingsvisie, waarin voor Aalten als geheel maar ook voor de afzonderlijke deelgebieden staat aangegeven wat richting 2040 de wel en niet gewenste ontwikkelingen zijn en (op hoofdlijnen) hoe we de gewenste leefomgeving in 2040 willen gaan realiseren. Met dit concept/voorstel komen we in een derde en laatste ronde eerst nog terug bij de deelgebieden, met de vraag: Wat vinden jullie ervan? Pas daarna gaan we met de concept-omgevingsvisie richting gemeenteraad.

NB: Deze derde en laatste gespreksronde over de omgevingsvisie wordt NIET maart 2025, maar wat later in het voorjaar! U krijgt daar op een later moment nog bericht over.